Op 1 januari gaat een serie prijsverhogingen door kabinet Rutte III van start. Naast de in deze tijd van het jaar veelbesproken prijsverhogingen op energie en ziektekostenpremies zal ook het lagere btw-tarief van 6% worden verhoogd naar 9%. Wat is het effect van deze btw-verhoging op onze welvaart en op de politieke situatie?
Het Centraal Planbureau heeft aangegeven dat de verhoging van het lagere btw-tarief een opwaarts effect op het gemiddelde Nederlandse consumentenprijsniveau van 0,6% heeft. De btw-verhoging kost een gemiddeld gezin ongeveer 300 euro per jaar aan extra uitgaven. Deze kostenstijging moet vervolgens gecompenseerd worden door een verlaging van de inkomstenbelasting.
Opvallend is dat economen van bijvoorbeeld ING Bank en Rabobank beweren dat dit een goede maatregel is van het kabinet. Zij vinden namelijk het bestaan van een laag btw-tarief op bijvoorbeeld voedsel en geneesmiddelen naast een hoger btw-tarief op andere producten ‘verstorend’. Volgens de bankeconomen leidt deze geplande belastingverschuiving van inkomen naar o.a. voedsel door Rutte III dan ook zelfs tot welvaartswinst! Met deze conclusie volgen de economen van ING en Rabobank vermoedelijk een rapport van het Centraal Planbureau uit 2014 over dit onderwerp.
Deze argumentatie doet de wenkbrauwen echter fronsen. Het idee dat licht belaste voedselprijzen ‘welvaart verstorend’ zijn en de welvaart omhoog gaat door voedsel zwaarder te belasten, klinkt zodanig Orwelliaans, dat het onverstandig lijkt deze theorie in de echte wereld zonder meer voor werkelijkheid aan te nemen.
De btw-verhoging in 2019 veroorzaakt bijvoorbeeld een eenmalige reële ontwaarding van particulier kapitaal. Het Centraal Planbureau en de bankeconomen laten dit onvermeld. Hoe groot is dit verlies?
Iedereen die zijn eigen administratie doet weet dat zijn financiën niet alleen bestaan uit inkomsten en uitgaven, maar ook dat er een vermogenspositie is. Veel mensen hebben geld op een spaarrekening. Anderen beleggen bijvoorbeeld in aandelen, obligaties of vastgoed.
In totaal hadden Nederlandse particulieren eind 2016 volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een netto vermogen van 1157 miljard euro. Ruim 417 miljard hiervan was een geschatte overwaarde op eigen woningbezit. De overige 740 miljard bestond onder meer uit spaarmiddelen, beleggingen en ondernemersvermogen.
Het is wat onhandig dat door het CBS niet een wat meer actuele indicator is ontwikkeld voor de vermogenspositie van particulieren. Voor 2018 moeten we het particuliere vermogen dan ook maar schatten. Het totale vermogen zal eind 2018 waarschijnlijk naar rond de 1300 miljard euro zijn gestegen. Vooral stijgingen in overwaarde op woningen zullen hieraan hebben bijgedragen. Het vermogen exclusief de volatiele overwaarde op woningbezit zal inmiddels ruim 750 miljard bedragen.
De btw-verhoging zorgt ervoor dat het particuliere vermogen 0,6% aan reële waarde gaat verliezen in 2019, aannemende dat het effect op inflatie door het Centraal Planbureau correct geschat is. De reële ontwaarding van het particuliere vermogen (exclusief overwaarde) is dan ook minstens 4,5 miljard euro (0,6% x 750 miljard) in 2019.
Deze kostenpost verbonden aan de btw-verhoging heeft het Kabinet niet gemeld, zo min als het Centraal Planbureau. Het zou een eenmalig zeer grote verlaging van bijvoorbeeld de vermogensrendementsheffing vergen om deze kostenpost in 2019 te compenseren. Dit gebeurt uiteraard niet.
Hetzelfde procedé geldt voor de energieprijsstijging. Het Centraal Planbureau beweert dat de hogere energiebelasting 0,3% extra inflatie oplevert in 2019. Deze 0,3% leidt tot een reële ontwaarding van particuliere middelen van 2,25 miljard euro (0,3% x 750 miljard) die onvermeld is gebleven.
De aan deze verhogingen verbonden reële ontwaarding van particulier kapitaal van totaal minstens 6,75 miljard euro, werpt het Kabinet begin 2019 zonder vermelding bij de burgers in de schoot. Tegelijkertijd zullen regeringspartijen proberen te pronken met de beperkte koopkrachtstijging die de burgers via hogere netto-inkomsten toebedeeld krijgen. Dit is balletje – balletje spelen met de burgerij.
De vraag die overblijft is waarom Kabinet Rutte III zo’n dubieuze maatregel als de aanstaande btw-verhoging doorvoert? Notabene is aanneembaar dat de kiezers van de grote coalitiepartijen VVD, CDA en D66 gemiddeld vermogender zijn dan de kiezers van oppositiepartijen als SP, PvdA of PVV. Uitgerekend de eigen kiezers zullen naar verhouding het grootste reële welvaartsverlies lijden.
Bovendien is denkbaar dat het electoraat – zeker in tijden dat het allerlei andere prijsstijgingen om de oren vliegt – gemiddeld een grotere antipathie tegen prijsstijgingen op voedsel zal ervaren dan misschien rationeel verklaarbaar is. Het zijn tenslotte de prijzen die iedereen dagelijks tegenkomt in de supermarkt of elders. Het verhogen van de btw op voedsel in 2019 is politiek gezien dan ook misschien niet zo’n handig idee geweest gegeven de gelijktijdige prijsstijgingen van energie en ziektekostenpremies.
Wat beweegt de regeringspartijen dan toch? Het is als buitenstaander, per politiek onderwerp gissen of politici en bestuurders rationeel uitgekookt zijn of dat ze zichzelf collectief in de luren leggen. Het laatste gebeurt allicht vaker dan iedereen denkt. Misschien hebben Rutte & Co. zich dan ook daadwerkelijk door adviseurs laten wijsmaken dat als ze zaken als huur, voedsel en energie duurder maken dat dan de welvaart toeneemt: het zou veel van het regeringsbeleid gedurende dit decennium verklaren.
Maar het actuele kabinetsbeleid is vooral merkwaardig omdat juist zo voorspelbaar is dat het electoraat van de kook raakt van een combinatie van grote prijsverhogingen.
Tijdens de opkomst van Pim Fortuyn begin 2002 was de bevolking ook over de rooie vanwege de hoge inflatie, vooral in supermarkten en horeca. Dit ondanks de vele voorafgaande jaren van welvaartsgroei. De hoge inflatie destijds viel min of meer samen met de euro introductie. Het was de ideale setting voor de opkomst van een revolutionair.
Dat het electoraat van plan is zich in 2019 eveneens politiek af te reageren is niet alleen te zien aan een paar gele hesjes: het kelderende Nederlandse consumentenvertrouwen en de politieke opiniepeilingen suggereren ook niet veel goeds voor VVD, CDA en D66. De Provinciale Statenverkiezingen in maart en de EU-parlementsverkiezingen in mei dreigen voor hen een fiasco te worden.
En misschien is dat wel de reden dat de oppositie de afgelopen maanden niet echt heeft aangedrongen om de btw-verhoging van tafel te krijgen. Ofwel: ‘onderbreek de vijand niet als hij een fout aan het maken is’ (Napoleon Bonaparte).