Het aantal keren dat een medicijn in Nederland tijdelijk of definitief niet leverbaar was, is vorig jaar verder gestegen naar 769. Dat is 5 procent meer dan het jaar daarvoor, blijkt uit cijfers van apothekersorganisatie de KNMP. In 2017 nam het tekort nog met 3 procent toe.
“Het is dweilen met de kraan open. Patiënt en apotheker hebben hier dagelijks enorme last van. De patiënt krijgt regelmatig een ander doosje, omdat de apotheker moet uitwijken naar een alternatief”, zegt Gerben Klein Nulent, voorzitter van de brancheorganisatie.
In het oog springende tekorten in 2018 waren onder meer de anticonceptiepil en het middel levodopa/carbidopa voor patiënten met de ziekte van Parkinson. Verslavingsartsen sloegen alarm toen refusal niet beschikbaar was. Het middel tegen alcoholverslaving is nu weer tijdelijk beschikbaar. Veel tekorten waren er volgens de KNMP ook bij de oogpreparaten en antibiotica.
De oplopende tekorten komen volgens de brancheorganisatie onder meer door de wet geneesmiddelenprijzen en het zogeheten preferentiebeleid van zorgverzekeraars. Daardoor zijn de prijzen de afgelopen jaren “enorm gedaald.” Voor medicijnfabrikanten is Nederland volgens de KNMP daarom geen aantrekkelijke markt. “Ze houden hun voorraden bewust laag en in het geval van een hapering in het productieproces ontstaan snel tekorten.”
Bij de zogeheten preferent aangewezen geneesmiddelen wordt alleen één goedkoop geneesmiddel vergoed door de zorgverzekeraar.
Volgens de KNMP stijgen de tekorten al sinds 2010. Die lopen dit jaar naar verwachting verderop. “We weten nog niet hoe de brexit gaat uitpakken, maar ook hierdoor kunnen problemen ontstaan”, aldus voorzitter Klein Nulent.
(ANP)