75 jaar na het einde van de belegering van Leningrad in het huidige Sint-Petersburg wil Duitsland de nog levende slachtoffers in Rusland ondersteunen met in totaal 12 miljoen euro.
Dit gebaar is ‘een symbool dat we ons bewust zijn van onze verantwoordelijkheid, maar ook een signaal dat zoiets nooit meer mag gebeuren’, zei minister van Buitenlandse Zaken Heiko Maas in een gezamenlijke verklaring met zijn Russische collega Sergej Lavrov. Rusland herdenkt de doden deze zondag met een militaire parade.
Met het geld uit Duitsland wordt het ziekenhuis voor oorlogsveteranen gemoderniseerd. In de kliniek worden nog veel levende slachtoffers behandeld van de blokkade van Leningrad door de Duitse Wehrmacht. Daarnaast helpt Duitsland met de oprichting van een Duits-Russisch ontmoetingscentrum in Sint-Petersburg.
“We zijn ervan overtuigd dat deze vrijwillige actie de levenskwaliteit van de nog levende slachtoffers van de blokkade zal verbeteren”, schrijven Maas en Lavrov. Het dient ook ‘de historische verzoening tussen de volkeren van de twee landen’.
Op bevel van Adolf Hitler moest de stad van de Oktoberrevolutie worden weggevaagd door systematische uithongering van zijn inwoners. Naar schatting zijn meer dan een miljoen mensen gestorven aan honger, kou en ziekte, evenals aan granaatbeschietingen – een derde van de toenmalige bevolking. Op 27 januari 1944 verdreef het Rode Leger de Wehrmacht-soldaten uit hun laatste stellingen voor de stad.
ANP