(Ingezonden)
“Wat mij betreft wordt de raamprostitutie in Amsterdam actief ontmoedigd. Liever een toeristenattractie minder dan medeplichtigheid aan misbruik van vrouwen”, schreef toenmalig PvdA-wethouder Lodewijk Asscher in 2005 in zijn toekomstvisie ‘Nieuw Amsterdam’. Asscher initieerde vervolgens Project 1012, een plan dat door de media vaak is omschreven als ‘het opschonen van de Wallen’. De strategie van het project was, zo kunnen we achteraf vaststellen: maak het publiek wijs dat sekswerk gelijk staat aan gedwongen prostitutie, spreek er schande van, verminder het aantal ramen drastisch, concentreer de overgebleven ramen op de Oudezijds Achterburgwal en handhaaf daar niet of nauwelijks. Lanceer tegelijkertijd ‘Amsterdam Topstad’, een 50 miljoen euro kostend plan van Asscher om het imago van Amsterdam in het buitenland op te waarderen, onder andere door het vestigen van modeateliers in de gesloten peeskamers en het wallengebied aan te prijzen als ‘hotspot van de internationale modewereld’. De prostitutie verdwijnt dan vanzelf van de Wallen zonder dat het de gemeente al teveel geld kost. Dit alles ondersteund door mediapartner en opiniemaker Het Parool.
Op 6 december 2008, naar aanleiding van de internationale introductie van Project 1012, kopte Het Parool: Einde van de Wallen.
Ruim tien jaar later, als de Wallen nog steeds bestaan en meer bezoekers trekt dan ooit, meldt Het Parool: Bijna helft van Amsterdammers vindt de Wallen niet meer kunnen.
Dit zou blijken uit een ‘grootschalig onderzoek’ van de gemeentelijke dienst Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS), in opdracht van Het Parool en AT5. Hierbij moet worden aangetekend dat dit onderzoeksbureau al jaren onder leiding staat van een PvdA-er, en dus politiek gekleurd is.
Het artikel van zaterdag 26 januari 2019 past in de traditie van Het Parool die het criminaliseren en stigmatiseren van de Wallen tot haar specialiteit heeft gemaakt. Toen de gemeente Project 1012 in 2008 aan de man wilde brengen, werd bewust gekozen voor Het Parool als mediapartner omdat bij die krant, en overigens ook bij de Volkskrant, de berichtgeving over Project 1012 mocht worden medebepaald. Dit verklaarde de toenmalig woordvoerder van Lodewijk Asscher in het onderzoek Macht op de Wallen dat sociaalwetenschapper Laurens Buijs in 2009 met studenten van de Universiteit van Amsterdam uitvoerde. Vanzelfsprekend reageert wallendeskundige Buijs op de berichtgeving van Het Parool en AT5. Laurens schrijft op zijn Facebookpagina:
“Vandaag zijn AT5 en Het Parool gestart met een speciale serie over de toekomst van de Wallen. Ik zie allemaal ronkende koppen voorbij komen: ‘Wallen lopen leeg’, ‘Wallen zijn toe aan nieuw verdienmodel’, ‘Amsterdammers willen van de Wallen af’, ‘Wallen moeten sluiten of verplaatsen’. Ik snap het hoor dat de lokale media zich in dit soort debatten willen mengen en ook een agendasettende functie voor zichzelf zien. Maar het slaat zo snel door in een heksenjacht waarbij alle nuance verloren raakt en er gewoon heel sturend wordt bericht. De Amsterdamse pers laat zich hierin wel van zijn amateuristische kant zien. Laten we het vooral hebben over het continu vernieuwen, verbeteren en moderniseren van de prostitutiesector. Dat betekent ook dat je oog moet hebben voor wat de Wallen allemaal te bieden hebben. Want er is zoveel om trots op te zijn en op voort te bouwen.”
Op de Facebookpagina van Ondernemersvereniging Oudezijds Achterburgwal reageert een kleinzoon van Parool-oprichter en verzetsstrijder Gerrit Jan van Heuven Goedhart op het Parool-artikel:
“Het is jammer dat een mooie krant zich zo verlaagd om tot de spreekbuis van de politiek te worden. Voorkeurbeleid van de Gemeente Amsterdam wordt nu eerst voorgegaard door opinie-opjutting via de spreekbuis Het Parool. Ik hoop dat mensen wakker worden over deze eenzijdige berichtgeving van anti-alles door Parool. Ik voel me er nog meer triest over omdat mijn opa van Heuven Goedhart dit ooit als hoofdredacteur bestierde om het echte ‘vrij en onverveerd’ gedaante te geven. Hij zou zich omdraaien in zijn graf als ie deze spreekbuisjournalistiek zou zien in ‘zijn krant’. Parool schaam je. En zo ook de politieke achterkamers die dit gebruiken voor eigen belang om driften van zogenaamd gelijk halen via media.”
Yvette Luhrs, voormalig voorzitter van Proud, de belangenvereniging van sekswerkers, laat de redactie van Het Parool in een ingezonden brief weten wat zij van het onderzoek van OIS en de berichtgeving in Het Parool vindt. Yvette schrijft:
“Vanochtend las ik uw artikel ‘Bijna helft Amsterdammers vindt Wallen niet meer kunnen’. Nu ken ik mij zelf als een emotioneel rijk mens maar ik kan mij niet herinneren wanneer een krant mij eerder in twee zinnen aan het huilen bracht. Ik kan mij ook niet herinneren dat ik ooit eerder zo een stigmatiserend, opruiend en feitelijk onzorgvuldig stuk over sekswerk van u las. Het stuk claimt te zijn gebaseerd op een onderzoek van Dienst Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS). Helaas ontbreekt verdere inhoudelijke informatie, is het onderzoek niet als zodanig herkenbaar gepubliceerd op de website van het OIS en ook PROUD (de belangenvereniging voor sekswerkers) bleek bij navraag niet geïnformeerd over de uitkomsten hiervan.
De taal rondom de vermeende uitkomsten van het onderzoek is erg gekleurd: ‘Amsterdammers zijn er wel klaar mee’, ‘mannen vinden het prima dat…’, ‘Amsterdammers mijden…’. En dat is opvallend gezien de infographics impliceren dat er vooral stellingen zijn uitgevraagd.
Bijvoorbeeld de uiterst suggestieve en seksistische stelling:’Het is niet van deze tijd vrouwen in een etalage te zetten’. De stelling impliceert dat sekswerkers gedwongen worden tot raamwerk en dat er ooit een tijd was waarin dit wél geoorloofd was. Dat slechts 48% het met de stelling eens is, had dus ook de kop ‘meerderheid Amsterdammers niet tegen ontvoering en dwangarbeid vrouwen’ kunnen opleveren. Een kop die net zo onjuist was geweest gezien sekswerkers over het algemeen niet achter een ‘raam worden gezet’, maar dat raam zelf als bedrijfsruimte huren.
Ook zou er sprake van zijn dat Amsterdammers de Wallen mijden, terwijl er lijkt te zijn gevraagd hoe vaak mensen in een bepaalde buurt komen. Ter illustratie; ik ben sinds 2013 niet in Elzenhagen geweest, maar ik mijd de buurt niet. Vervolgens lijken de respondenten de Wallen vooral ‘te druk’ en ‘te toeristisch’ te vinden. Te sekswerkerig lijkt géén reden waarom Amsterdammers een buurt als onprettig ervaren. De schrijver stelt dat zijn interpretatie ‘past in het maatschappelijk debat over #MeToo en de positie van de vrouw als lustobject’, zonder hierbij kenbaar te maken dat hij deelneemt in de politieke en gewelddadige strijd tegen de mensenrechten van sekswerkers.
Zowel de stellingen uit het onderzoek als de taal in het stuk duiden dus op een sterk morele anti-sekswerk agenda en brengt daarmee een toch al gemarginaliseerde groep in gevaar. Anders dan bij uw stuk heb ik wél een bron kunnen vinden over ‘Sekswerk en geweld in Nederland’. Uit dit onderzoek blijkt dat veel van het geweld dat sekswerkers meemaken een direct gevolg is van het stigma dat door artikelen zoals het uwe wordt aangewakkerd.
Geachte redactie, afgelopen jaren hebben wij regelmatig contact met elkaar gehad, over raamgebieden, over sekswerkrechten en over de stad Amsterdam. Ik weet dus dat u kennis heeft over de gevolgen van dit soort berichtgeving. Ik weet dat u op de hoogte bent van het principieel belang van taalgebruik rondom sekswerk. Ik ben dan ook verbijsterd dat u mijn stad voor mij en mijn collega’s vanochtend een stukje onveiliger heeft gemaakt.”
Aldus Yvette Luhrs, sekswerker in Amsterdam.
Omdat het maar de vraag is of Het Parool de brief plaatst, publiceren wij de integrale tekst met instemming van Yvette op onze website en Facebookpagina.
De voortdurende stroom aan negatieve berichten over de Wallen lijkt niet te stoppen. Prostitutie beschouwen als oorzaak van drukte is de zoveelste misvatting die door zogenaamde deskundigen in de media wordt verkondigd. Toenemende drukte in steden is geen typisch Amsterdams verschijnsel. Andere Europese steden ervaren dit ook. Het verkleinen van de prostitutiezone, door sluiting van de ramen in het St. Annenkwartier in het kader van Project 1012, is er wél de oorzaak van dat het Red Light District van Amsterdam kleiner is geworden en het op de Oudezijds Achterburgwal drukker is. Door de afwezigheid van politie worden bezoekers daar geconfronteerd met (nep)dopedealers, straatrovers, wildplassers, alcoholdrinkers en andere lawaaimakers zodat dit de norm lijkt op de Wallen. Bestaande regelgeving wordt jarenlang niet of nauwelijks gehandhaafd. Het verdwijnen van een volledig uitgerust politiebureau uit het gebied, helpt ook niet om de buurt beter onder controle te krijgen.
De vooral door bewoners ervaren problemen op de Wallen zijn overzichtelijk en oplosbaar. Dus, gemeente neem je verantwoordelijkheid!
1) Verspreidt prostitutie niet over de stad, zoals links en rechts wordt geroepen, maar laat het St. Annenkwartier weer deel uitmaken van het prostitutiegebied. Dan is prostitutie beter beheersbaar en controleerbaar. De stegen in het St. Annenkwartier zijn bij uitstek geschikt voor raamprostitutie.
2) Zorg voor een consequente handhaving door capabele en beter opgeleide handhavers.
3) Zorg voor vestiging van een (nieuw) politiebureau in het wallengebied dat ondersteuning biedt aan handhavers en waar in meerdere talen aangifte gedaan kan worden.
4) Bedenk geen regels en maatregelen vanuit een ivoren toren op het stadhuis maar betrek naast bewoners ook de in het gebied actieve ondernemersorganisaties bij het beleid op de Wallen, waaronder Proud. Beschouw ondernemers als partners!
Als deze maatregelen op een juiste wijze worden uitgevoerd, blijven de Wallen ook voor bewoners én ondernemers, de mooiste buurt van Amsterdam en kunnen tendentieuze en politiek gekleurde onderzoekjes om de beeldvorming over de Wallen te beïnvloeden achterwege blijven.
Ondernemersvereniging Oudezijds Achterburgwal (OVOA)