Wat heb je aan onderwijs als er geen toekomst is? Scholieren onder de 18 hebben nog geen stemrecht, maar door de straat op te gaan laten ze van zich horen. Het is de huidige politiek die beslist over hun toekomst en die van hun kinderen. Door te demonstreren onder schooltijd laten zij zien dat het menens is. Net zoals stakers hun baan niet willen opgeven, maar juist willen behouden, staken scholieren niet tegen de school maar voor het behoud van een leefbare wereld. Maar de wereld verandert drastisch door de keuzes die volwassenen maken en vooral de apathie die zij aan de dag leggen. Het lijkt maar niet tot de politiek door te dringen: we zitten midden in een ongekende ecologische crisis waarvan de klimaatcrisis maar een aspect is.
De draagkracht van het ecologisch systeem heeft een maximum. De impact die wij mensen op dat systeem hebben neemt toe doordat enerzijds de wereldbevolking schrikbarend blijft groeien en anderzijds de ecologische voetafdruk blijft toenemen. We zitten als mensheid in de Titanic en koersen af op de ijsberg waar wetenschappers ons voor waarschuwen. Ondanks de vele mooie initiatieven en vooral ideeën voor een duurzame wereld zitten we gevangen in een politiek-economisch systeem dat gebaseerd is op uitbuiting van het ecosysteem van planeet Aarde.
Het systeem moet drastisch anders. Zonder verandering stevenen wij af op een ecologische ramp. Er is brede wetenschappelijke consensus over de aard en omvang van de milieuproblematiek, maar dat wil maar niet doordringen tot de politiek en tot het grote publiek. Het zijn de scholieren die de volwassenen de les lezen. Geheel terecht. Wat de politiek niet begrijpt is dat het nemen van cosmetische maatregelen – een windmolenpark hier, zonnepanelen daar, plastic draagtassen verbieden – geen zoden aan de dijk zet. Een lekkende kraan repareren in de keuken terwijl het bad overstroomt boven, is geen voldoende oplossing voor de wateroverlast. Toch is dat wat de huidige milieumaatregelen inhouden. De scholieren zien helder, ze hebben hun ziel nog niet verkocht aan het systeem. We moeten naar hen luisteren. Zij geven de wanhopige toekomstige mensen die zullen lijden onder de keuzes die wij maken een stem. Wat we nodig hebben is een politiek en ideologisch raamwerk om de verworvenheden van onze liberale democratie zoveel mogelijk te behouden en tegelijkertijd het kolossale probleem van de ecologische crisis mee te lijf te gaan.
Een mogelijkheid biedt de liberale ideologie. De kern van het liberalisme is het (niet) schadebeginsel zoals uiteengezet in het boek On Liberty (1856) van John Stuart Mill. Alles mag zolang je anderen geen schade berokkent. In het huidige politieke discours bedoelen we met ‘anderen’ mensen in Nederland anno nu. Een van de verworvenheden van de filosofie van de twintigste eeuw is reflectie over het criterium voor morele status: wanneer heeft iets of iemand morele status? Traditioneel was dat criterium het vermogen tot rationeel nadenken. Als iemand een zeker vermogen tot rationeel nadenken had behoorde hij of zij tot de morele cirkel en anders niet. Enige reflectie leert dat dit toch niet zo’n sterk argument is, immers baby’s kunnen niet rationeel denken en toch geven we baby’s morele status. Net als mentaal gehandicapten. Een veel beter criterium, zoals de 18de-eeuwse filosoof Jeremy Bentham al betoogde, is het vermogen om pijn te kunnen ervaren. Er zijn veel meer wezens dan mensen die kunnen lijden: heel veel andere dieren kunnen dat ook, in ieder geval alle dieren met een centraal zenuwstelsel. Wanneer de morele cirkel beperkt is tot alleen mensen dan heet dat antropocentrisme, wanneer de morele cirkel wordt uitgebreid tot alle voelende wezens dan heet dan sentiëntisme. Het discrimineren jegens niet-menselijke dieren worden speciesisme genoemd.
Er is nóg een categorie slachtoffers (naast niet-menselijke dieren) die buiten de huidige morele cirkel vallen en dat zijn toekomstige generaties. De scholieren zien zich als vertegenwoordiger van toekomstige generaties. Helaas zien veel scholieren die andere morele blinde vlek, die van niet-menselijke dieren, niet. Het discrimineren jegens toekomstige generaties wordt presentisme genoemd. Dus hoewel onze samenleving zich grotendeels heeft geëmancipeerd van racisme en seksisme, is onze samenleving speciesistisch en presentistisch: we discrimineren jegens niet-menselijke dieren en toekomstige generaties. Echter, deze tekortkomingen kunnen eenvoudig worden weggenomen door de morele cirkel uit te breiden van antropocentrisme tot sentiëntisme.
Deze uitgebreide versie van liberalisme is groen liberalisme. Groen liberalisme is een herijking van het politieke discours. Het gaat er niet om dat één politieke partij dit aanhangt, maar dat het politieke speelveld moreel wordt uitgebreid naar sentiëntisme. Je kunt het vergelijken met de huidige politieke consensus over slavernij: alle partijen op het politieke spectrum zijn faliekant tegen slavernij. Dat is niet altijd zo geweest. Groen liberalisme betekent dat we rekening moeten houden met toekomstige generaties en niet-menselijke dieren. Dat vereist een morele ommezwaai. De eenvoudigste manier om een significante stap te maken om het klimaatprobleem op te lossen en om als samenleving over te stappen op een geheel plantaardig dieet. Daarmee wordt de ecologische voetafdruk in één klap significant verkleind en worden bovendien niet-menselijke dieren in de morele cirkel opgenomen.
Ik ben trots dat mijn zoons van 15 en 16 erbij waren in Den Haag. Het toont aan dat zij, beter dan de meeste politici, begrijpen dat het ernst is met het klimaat. Kunnen wij onze kinderen en kleinkinderen in de ogen kijken en zeggen: wij hebben alles gedaan wat wij konden, of zijn wij zelf het probleem en kan de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen ons eigenlijk geen moer schelen?