Ondanks een door de Raad van Europa in Nederland aangezwengelde discussie over integriteitsregels voor leden van de Eerste Kamer trekt deugpartij D66 zich daar niet zoveel van aan. Zo blijkt uit de definitieve D66 kandidatenlijst voor de komende Eerste Kamerverkiezingen.
Op plaats 6 van die lijst staat Henk Pijlman. Oud D66 wethouder en sinds 2002 bestuursvoorzitter van een grote hbo instelling in het noorden van het land. Welke instelling onder zijn bestuur en verantwoordelijkheid in 2008 voor een aanzienlijke inschrijvingsfraude al eens is veroordeeld. Van de Raad van State moest deze onderwijsorganisatie een bedrag van een kleine 1.5 miljoen euro aan onterecht ontvangen subsidiegelden terugbetalen. Ondanks die veroordeling kon Pijlman als bestuursvoorzitter gewoon aanblijven. En zich in 2015 als senator voor D66 laten benoemen.
In 2017 is Pijlman als bestuursvoorzitter opnieuw in opspraak geraakt wegens gemelde misstanden. Over welke misstanden tot twee keer toe Kamervragen zijn gesteld aan de D66 onderwijsminister van Engelshoven. De door laatstgenoemde gegeven antwoorden op deze Kamervragen lieten aan duidelijkheid niets te wensen over. Partijgenoot en senator Pijlman moest om partijpolitieke redenen ten koste van alles uit de wind gehouden worden. Niet alleen door vage en ontwijkende antwoorden op kritische Kamervragen te geven. Maar ook door het gedrag en handelen van de onder deze minister vallende onderwijsinspectie. Welke toezichthouder tot op heden een wel heel opmerkelijke rol heeft gespeeld in deze kwestie. Zo opmerkelijk dat inmiddels de Nationale Ombudsman de toezichthouder in het onderwijs heeft verzocht nu toch eindelijk eens een beslissing te nemen op de al in 2017 gedane melding van de klokkenluider van deze misstanden.
Bij herhaling in opspraak geraken is kennelijk een pré om als stap één hoog op de D66 advies kandidatenlijst gezet te kunnen worden. Waarna je als stap twee jezelf nog slechts slim hoeft te pitchen om je verkiesbare plek op de lijst definitief te maken. Dat pitchen deed Pijlman voor de D66 leden slim (Vanaf 19.34 minuut). Vooral over zijn openingszinnen was door hem goed nagedacht: Kunnen jullie je voorstellen dat wij D66 een Eerste Kamerfractie hebben zonder een onderwijsspecialist? Ik niet! En daarom vraag ik om jullie steun!
Het integriteitsklimaat in de Eerste Kamer wordt met deze kandidaatstelling op de D66 lijst er niet beter op. En strookt zeker niet met de motivering van de door D66 in de senaat op 29 januari 2019 ingediende motie voor het ontwerpen van een algemene gedragscode voor Eerste Kamerleden. Welke motie door fractievoorzitter Hans Engels als volgt werd gemotiveerd; van oordeel, dat het gelet op het gezag en de statuur van de Eerste Kamer als Hoog College van Staat van belang is de risico’s voor niet-integer handelen, vooringenomenheid en (de schijn van) belangenverstrengeling zoveel mogelijk te beperken.
Hoe serieus moet voornoemde motie van D66 genomen worden? Was dat voornemen op papier van D66 ook in daadkracht omgezet dan zou senator Pijlman niet opnieuw door D66 op de definitieve kandidatenlijst zijn geplaatst voor een herverkiezing als senator. D66 heeft immers genoeg leden die nimmer in opspraak zijn geweest of ooit betrokken waren bij fraude. En graag hoog op deze lijst zouden willen worden geplaatst.
Zo heeft bijvoorbeeld het oud Tweede Kamerlid Boris Dittrich voor zichzelf reclame moeten maken om hoger op de lijst te kunnen komen. Want in al haar wijsheid had de commissie die de voorlopige lijst had samengesteld, Pijlman zelfs nadrukkelijk boven deze D66’er, met een aantoonbaar respectabele staat van dienst, gezet. Op een vermoedelijk te verwachten onverkiesbare plaats……
Hoogste tijd dat de top van D66 door krijgt dat integriteitsklimaat ook onder het thema klimaat gerangschikt kan worden. En integriteit in woord en daad dus hoog op de D66 agenda moet staan! Zeker als het gaat om verkiezingen van leden van de Eerste Kamer waarover de Raad van Europa niet voor niets haar bezorgdheid heeft uitgesproken. Burgers wenden zich steeds meer af van de politiek. Zeker als politieke partijen en politici niet meer geloofwaardig zijn. Zoals in dit concrete geval. Waar de motivering van een recent ingediende motie van de D66 fractievoorzitter in de Eerste Kamer over integriteitsregels binnen één week door eigen handelen zo volledig onderuit wordt gehaald.