Levenloos geboren kinderen krijgen steeds vaker een speciaal afscheid of zelfs een echte uitvaart, net als kinderen die te vroeg werden geboren en het niet hebben gered. Dat zegt het Verbond van Verzekeraars, zich baserend op onder meer cijfers van Dela, een van de grootste verzekeraars op uitvaartgebied, die sinds 2013 een verdubbeling ziet. Cijfers van Ardanta en andere verzekeraars geven de trend ook aan, zegt de bond.
Verzekeraars vergoeden sinds 2013 in elk geval het afscheid van kinderen die na twintig weken levenloos zijn geboren en er is duidelijk behoefte aan. “Vanaf het prille begin van een zwangerschap maakt een kind immers al onderdeel uit van het gezin”, verklaart Dela-directeur Edzo Doeve.
Zijn organisatie verzorgt nu zo’n 160 uitvaarten per jaar voor levenloos en te vroeg geboren baby’s die overleden. Dela is overigens een van de verzekeraars die helemaal geen grens meer hanteren. Hoe kleiner het kindje is, hoe minder de behoefte aan een echte uitvaart is. Ouders willen dan vaak liever een klein en intiem “passend afscheid”.
Volgens de Wet op de Lijkbezorging moet een kind dat na 24 weken zwangerschap levenloos wordt geboren, altijd begraven of gecremeerd worden, maar in 2013 besloten de uitvaartverzekeraars om ook beneden die 24-wekengrens dekking te bieden, in ieder geval dus vanaf twintig weken.
De uitvaarten worden ook vaker voorafgegaan door een zogenoemde wateropbaring. Als een te vroeg geboren kind in het water is gelegd, ziet het er over het algemeen beter uit.
(ANP)