Nederland moet compleet nieuwe software bouwen voor bij verkiezingen. Het huidige systeem, de Ondersteunende Software Verkiezingen (OSV), is na zo’n tien jaar aan vervanging toe, zegt de Kiesraad in het maandag verschenen jaarverslag. De raad praat erover met de minister van Binnenlandse Zaken.
De OSV wordt gebruikt om de uitkomsten van stembureaus bij elkaar op te tellen. Dat mag sinds een paar jaar alleen nog maar gebeuren op computers die niet zijn verbonden met internet. Anders zouden kwaadwillenden misschien door de achterhaalde beveiliging kunnen breken. Bovendien gaat het doorgeven van uitslagen deels op papier. “Aan deze software komt langzaam een einde. Het is beter om terug naar de tekentafel te gaan en het van de grond af aan opnieuw te ontwerpen dan om het te blijven oplappen. We leven toch in een andere wereld dan tien jaar geleden”, zegt een woordvoerster van de raad.
De Kiesraad spreekt onder meer over ‘veranderde inzichten over beïnvloeding van verkiezingen’ door andere landen. Welke landen dat zijn, wil de raad niet zeggen. “Dat maakt ook niet uit. Het gaat om de mogelijkheid dat kwaadwillenden invloed uitoefenen. Dat is begonnen met de Amerikaanse presidentsverkiezingen en dat gist nog steeds na. Dat heeft ook Nederland aan het denken gezet”, aldus de woordvoerster.
De Kiesraad benadrukt dat er geen enkele aanwijzing is dat er ooit is geknoeid met uitslagen.
Het zal een paar jaar duren om een nieuwe software te bouwen. Die is mogelijk dus niet klaar bij de volgende Kamerverkiezingen, die uiterlijk op 17 maart 2021 worden gehouden. Of het tellen met de nieuwe software volledig digitaal kan worden gedaan, is op dit moment nog niet te zeggen. Ook over de kosten is nog niets bekend.
De huidige software wordt in elk geval nog gebruikt bij de komende verkiezingen, voor Provinciale Staten en waterschappen op 20 maart en voor het Europees Parlement op 23 mei.
ANP