‘Waarom spelen ze in de Tweede Kamer toch zulke politieke spelletjes?’ Dat vroeg mij klokkenluider Paul van Buitenen. ‘Ik denk omdat ze bang zijn dat je opnieuw gelijk hebt’, was het enige dat ik kon bedenken. Van Buitenen luidde in 1998 de val in van de Europese Commissie, nadat hij als Europees ambtenaar grootschalige fraude op het spoor was gekomen. Hij werd geïntimideerd en geschorst, maar deed daarna een eigen onderzoek en wist alsnog de waarheid boven tafel te krijgen. U begrijpt dat mijn interesse was gewekt toen deze klokkenluider belde voor een afspraak, om een onderzoek toe te lichten dat hij de afgelopen vier jaar had gedaan. Van Buitenen bracht een rapport mee van ruim duizend pagina’s over de vuurwerkramp in 2000 in Enschede.
In juni mocht ik het eerste exemplaar van dat rapport officieel in ontvangst nemen, toen Paul van Buitenen zijn bevindingen presenteerde in Nieuwspoort. De gevolgen van de vuurwerkramp waren groot, 23 mensen kwamen om het leven en bijna duizend mensen raakten gewond. Een hele woonwijk verdween. Sindsdien is veel onderzoek gedaan en zijn ook mensen veroordeeld. De kritiek waar Van Buitenen nu mee komt is echter verbijsterend, volgens hem is informatie onder de pet gehouden op het moment dat dit de overheid niet goed uitkwam. Zijn beschuldigingen treffen het Openbaar Ministerie, maar ook adviesbureau TNO – en vele anderen. Mensen zijn naar zijn opvatting op verkeerde gronden veroordeeld. De brandweer zou nog steeds niet veilig werken.
Daar zit je dan als Kamerlid, met een dik pak papier vol technische informatie, waar in ieder geval ik niet veel van snap. Over een onderwerp waar andere politici moeilijk voor te enthousiasmeren zijn, ook omdat het gaat over een heel gevoelige zaak waar in het verleden al veel over is gesproken en die in hun beleving al lang leek afgesloten. Mede dankzij de inzet van Kees van der Staaij (SGP) en Henk Krol (50Plus) konden we op 6 december in de Tweede Kamer toch een hoorzitting organiseren, waarin Van Buitenen in alle vertrouwelijkheid zijn bevindingen kon toelichten. Veel partijen waren daarbij aanwezig en veel Kamerleden waren onder de indruk, maar veel politici hadden ook behoefte aan meer advies over dit zeer omvattende en ingewikkelde onderzoek.
Het voorstel om de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) eens kritisch naar dit rapport te laten kijken kon aanvankelijk rekenen op veel steun. De OVV is een onafhankelijke organisatie die veel ervaring heeft met het onderzoek naar rampen. Van Buitenen was eveneens blij met dit verzoek, omdat ook hij graag wil weten of hij zaken over het hoofd heeft gezien of dingen verkeerd heeft begrepen. D66 en VVD waren wat terughoudender, een houding die overging in openlijk verzet toen het voorstel op 24 januari in de commissie Justitie en Veiligheid in stemming kwam. Het verzet van deze partijen was toen niet genoeg om dit verzoek tegen te houden. Dat veranderde in de vergadering van 6 februari, toen voorzitter Paul van Meenen (D66) besloot opnieuw te stemmen.
In dit soort vergaderingen wordt de agenda van de commissie bepaald. Grote partijen zijn hier vaak met veel leden aanwezig, de kleinere partijen meestal niet, omdat Kamerleden dan bij andere vergaderingen elders in het gebouw aanwezig moeten zijn. Bij de stemmingen in deze commissies tellen de aanwezigen, maar de voorzitter wordt daarbij ook geacht rekening te houden met de stemverhoudingen in de Kamer. Van Meenen wist heel goed dat mijn voorstel kon rekenen op een meerderheid in de Tweede Kamer, maar zette dit voorstel toch opnieuw op de agenda. Op 6 februari waren plots in de commissie meer leden aanwezig van VVD en D66 dan van de andere partijen. Het besluit om de OVV advies te vragen over het rapport van Van Buitenen werd dan ook ongedaan gemaakt.
De vraag van Van Buitenen waarom in de Tweede Kamer zulke politieke spelletjes worden gespeeld is terecht. Informatie is het belangrijkste wapen van Kamerleden, om de macht te controleren en misstanden aan te pakken. Als een Kamerlid zegt behoefte te hebben aan informatie wordt dat door de andere partijen ook meestal gesteund. De opzichtige poging van D66 en VVD om een verzoek om advies door een belangrijke organisatie over een onderzoek door een erkende klokkenluider te blokkeren zette bij de andere partijen dan ook kwaad bloed. Het lukte echter om voor een nieuwe vergadering op 20 februari genoeg leden van andere partijen op te trommelen en het voorstel voor een advies van de OVV over het onderzoek van Van Buitenen alsnog door te laten gaan.
Ik vond het ook wel hartverwarmend, die woensdagmiddag in dat kleine zaaltje in de Tweede Kamer, dat opeens helemaal vol zat met Kamerleden. Al die politici van al die partijen, die andere vergaderingen hadden verlaten, andere afspraken hadden afgezegd, of hun gasten liever lieten wachten, alleen maar om even hun hand op te steken en het machtsspelletje van D66 en VVD ongedaan te maken. We staan aan het begin van een lange weg die duidelijk moet maken of Paul van Buitenen opnieuw een grote misstand op het spoor is. De pesterijen van D66 en VVD zijn nog maar het begin, er zullen nog heel wat lobby’s worden gevoerd en heel wat trucs worden uitgehaald. Ze zijn voor mij een extra reden om dit onderzoek naar de vuurwerkramp bijzonder serieus te nemen.