Het Klimaatakkoord mondt uit in een bijzonder slechte uitruil. Hierdoor komt de innovatiekracht van Nederland onder druk te staan. De oplossing voor de energietransitie wordt niet gevonden door lastenverhogingen maar door in te zetten op innovatiekracht en ondernemerschap. ONL zet zich vol in voor een eerlijke lastenverdeling die ruimte laat voor innovatie. Hierbij mag het niet zo zijn dat het MKB de kosten draagt voor subsidies waarvan zij zelf geen gebruik kunnen maken.
Eerder deze maand besloot dit kabinet dat de kosten voor de energietransitie eerlijker verdeeld gaan worden. Dit naar aanleiding van de doorrekeningen van het Klimaatakkoord door de planbureaus. De zogenoemde Opslag Duurzame Energie (ODE) – een extra heffing op de energie- en gasrekening – valt nu voor de helft op de schouders van het bedrijfsleven, en voor de andere helft op de schouders van huishoudens. Dit kabinet wil deze verhouding nu kantelen zodat maar één derde opgebracht zal worden door huishoudens. De andere twee derde komt voor rekening van het bedrijfsleven. Dit lijkt misschien eerlijk, maar dat is het niet.
De doorrekeningen van het Klimaatakkoord tonen ons dat de lasten van de energietransitie voornamelijk bij het MKB terecht komen. Niet bij de grootverbruikers en vervuilers in de elektriciteit en industrie. Het MKB betaalt via de ODE voor (verbrede) SDE+ subsidies waarvan zij zelf weinig tot geen gebruik maken. Dit in tegenstelling tot de grootverbruikers die wél makkelijk gebruik kunnen maken van deze subsidies. Tel hierbij op dat MKB-bedrijven nu al meer energiebelasting betalen dan grootverbruikers en dat, in tegenstelling tot de energiebelasting voor grootgebruikers, deze energiebelasting alleen maar meer zal stijgen, en je begrijpt waarom ondernemers de ontwikkelingen met argusogen toekijken.
En dit zijn niet de enige kosten die ondernemers boven het hoofd hangen. Er bestaat nog veel onduidelijkheid over het bedrag dat ondernemers uiteindelijk zelf zullen moeten neertellen om hun bedrijfspand te laten voldoen aan de energieprestatie eisen die voort zullen vloeien uit het Klimaatakkoord. Dit zullen zij moeten doen naast de verplichtingen die voortvloeien uit de Wet milieubeheer en Europese regelgeving. En als je afhankelijk bent van bedrijfsauto’s of vrachtwagens voor je bedrijfsvoering, dan staat je een verhoging van de accijns op benzine- en diesel te wachten. In 2030 mag je met goederenauto’s die rijden op fossiele brandstoffen zelfs het centrum van 30 tot 40 steden niet meer in. Kortom: veel ondernemers zullen diep in de buidel moeten tasten.
Voor het slagen van de overgang naar een circulaire en emissiearme economie en maatschappij zijn ondernemers van essentieel belang. De innovatiekracht van het MKB is onmisbaar en veel ondernemers zien grote kansen in de energietransitie. Ondernemers zijn doeners, veel van hen hebben niet gewacht tot de klimaattafels klaar waren met polderen en hebben al een grote verduurzamingsslag gemaakt. Helaas is er maar weinig oog voor het MKB in de klimaat- en energiediscussie. Hierdoor dreigt het MKB straks relatief de hoogste lasten te dragen.
Het MKB heeft behoefte aan een betrouwbare overheid die duidelijkheid geeft. ONL roept de politiek op het MKB als aparte groep te behandelen bij klimaatbeleid, en niet zomaar onder ‘bedrijfsleven’ te scharen. Veel kleinere ondernemers hebben net zoveel financiële middelen en deskundigheid in huis als de gemiddelde burger. Het zou dan ook eerlijk zijn als het MKB zowel financieel als deskundig goed bijgestaan wordt bij bijvoorbeeld de verduurzaming van hun bedrijfspanden. Daarnaast kan het nooit de bedoeling zijn dat het MKB de lasten draagt voor baten waarvan zij zelf niet kunnen meeprofiteren.