Wat ze in Zoetermeer deden, wie ‘de man met het hoedje is’ en waarom een advocate in haar kantoor in Zoetermeer moest worden neergestoken; de twee verdachten willen op bijna geen enkele vraag antwoord geven in de rechtbank in Den Haag. Daar staan drie personen terecht wegens het neersteken van een advocate in september 2017.
De vrouw werd drie keer gestoken, in haar gezicht, hoofd en hand. Ze liep blijvend letsel op. Het motief is nog altijd onduidelijk en ook de steker, de ‘man met het hoedje’, is nog altijd spoorloos.
De medeverdachten Marwan I., Yassine D. en Omer P. worden verdacht van het medeplegen van poging tot moord of doodslag. I. en D. zwijgen in alle toonaarden, P. was woensdag – op zijn 23e verjaardag – niet aanwezig in de rechtbank. Hij zit als enige van de drie niet meer in de cel.
De advocate werd voor de neus van haar collega’s in haar kantoor, dat ze onder meer met haar zussen runde, neergestoken door een man die op afspraak over een echtscheiding kwam praten. Ze moest tientallen keren gehecht worden en hield een blijvend litteken over aan de aanval. Na het incident kon ze niet meer werken en ging het kantoor failliet. De aanval lijkt gepland en is mogelijk in opdracht uitgevoerd, dat hebben anonieme getuigen ook verklaard.
De 21-jarige I. en de 22-jarige D. zijn op de dag van de steekpartij op camerabeelden in de buurt van het advocatenkantoor te zien. I. was samen met de onbekende man met het hoedje tot vlakbij het kantoor gelopen. Eerder waren ze met P. in een auto daar in de buurt gezien, vermoedelijk op verkenning.
De zaak is meerdere keren op tv geweest, bij diverse opsporingsprogramma’s. D. hoort tot de zogeheten top 600 van Amsterdam, van de meest criminele jongeren uit die stad. Hij heeft – net als verdachte P. – een uitgebreid strafblad, en is onder meer veroordeeld voor het doodschoppen van grensrechter Richard Nieuwenhuizen in 2012.
In de rechtbank in Den Haag worden woensdag alleen de feiten behandeld. De strafeis van de officier van justitie volgt pas op 14 juni.
Anp