Beste lezers,
De laatste keer dat ik een rechtbank van binnen zag, was begin deze eeuw die van Lelystad. Ik had 140 gereden op de Ketelbrug en moest vol in de remmen voor een oud vrouwtje dat met een slakkengang op de linkerbaan reed en te laat naar rechts ging. ‘Bumperkleven’ was toen net even een prioriteit bij het Openbaar Ministerie, dus of ik even 750 euro wilde aftikken. En als ik binnen twee jaar nog een keer zou worden betrapt, was ik mijn rijbewijs drie maanden kwijt.
Ik nam me toen heilig voor nooit meer een rechtbank te bezoeken.
Toch ga ik morgen wéér.
Alleen nu niet als dader, maar als slachtoffer.
Er staat een 31-jarige Amsterdammer terecht die mij twee maanden lang heeft gestalkt en ik wil die pleurislijer in de ogen kijken.
Ik word zo vaak bedreigd, dat ik niet eens alles meer lees. Maar deze stalker ging wel heel ver. Twee maanden lang stuurde hij me berichten via Facebook. Het waren boodschappen in de trant van ‘ik kom je opzoeken’. Hij begon ook over mijn kinderen. Wat ik in zijn ogen precies verkeerd deed, weet ik nog steeds niet. Het leek erop dat de man er moeite mee had dat ik besta. Maar de politie zat er gelukkig meteen bovenop. Ik ben blij dat hij moet voorkomen.
Het is niet voor het eerst dat ik last heb van stalkers en bedreigers. Vooral sinds ‘Briefje van Jan’ bij The Post Offline verschijnt, was er een enorme opleving. Sindsdien heb ik heel goed contact met de politie en maken ze het mij ook makkelijker om aangifte te doen. Daar ben ik natuurlijk blij mee.
Soms vraag ik me weleens af waarom ik dit werk nog doe. Maar dan denk ik weer: ik vind dit leuk en waardevol. Als ik stop hebben zij gewonnen. Dat maakt mij strijdbaar en zorgt ervoor dat ik de tegenaanval opzoek. Dat merkt deze man nu.
Ik loop er nooit mee te koop, maar ik doe altijd direct aangifte van bedreigingen en voel me nu deze gek moet voorkomen eindelijk gesteund. Dat is ook weleens anders geweest, moet ik toegeven. Lang heb ik me afgevraagd of de wetgever wel begrijpt wat het inhoudt om wekelijks op internet voor van alles en nog wat uitgemaakt te worden. De wetteloosheid op internet is volgens mij ongekend. We gaan er prat op een open democratie te zijn, maar ik heb vaak weinig steun gevoeld.
De bedreigingen – soms met de dood – remmen mij niet af in wat ik wil schrijven. Maar het heeft er wel voor gezorgd dat ik bepaalde plekken mijd. Als ik weet dat mensen niet gecharmeerd zijn van mij en daar een duidelijke mening over hebben, ga ik er niet naartoe. Ze ontnemen dus wel mijn bewegingsvrijheid. Nog zoiets: laatst gaf ik een lezing daar stonden beveiligers voor de deur. Dat hoefde anders nooit.
De politie zegt er alles aan te doen om internetbedreigingen aan te pakken, maar er gaat vaak veel tijd en moeite in zitten. Om de locatie van die vent te achterhalen moest de politie een beroep doen op Twitter en Facebook, bedrijven die in de Verenigde Staten zijn gevestigd. Om internetstalkers effectiever aan te kunnen pakken zou de politie wat mij betreft veel meer bevoegdheden moeten krijgen.
We zijn veel te afhankelijk van de Verenigde Staten. Het duurt nu veel te lang voordat er actie kan worden ondernomen. Bedreigers komen daardoor veel te makkelijk weg met hun gedrag. Als iemand mij in een kroeg met de dood zou bedreigen, heeft die persoon direct een groot probleem.
Ik hou jullie op de hoogte.
Vergeet ondertussen niet om sponsor te worden!
Groet,
JanD