Electoraal gezien waren er in Nederland altijd twee grote blokken. De tweestrijd bij Tweede Kamerverkiezingen ging dan tussen de lijsttrekker van CDA (tot aan 2010) en VVD (sinds 2010) aan de ene kant en de lijsttrekker van de PvdA aan de andere kant.
Er waren dan wel andere partijen die dan circa 25 zetels haalden (zoals D66, LPF, SP en PVV), maar werden -doorgaans bij lange na- niet de grootste. (Hoewel dat in 2002 door de moord op Fortuyn verhinderd werd).
Die situatie is nu veranderd. (pdf) Er zijn nu drie blokken waaruit de grootste partij kan komen. In de groep die voorheen “rechts” genoemd werd is dat VVD of CDA. In de groep, die voorheen “links” werd genoemd zijn GroenLinks en PvdA nu de grootste. Maar er is nu een derde blok, waarbij FVD heeft aangetoond de grootste te kunnen worden. En mocht het bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen een strijd tussen drie in plaats van twee gaan worden wie de grootste wordt, zou de onderlinge concurrentie tussen VVD en CDA aan de ene kant en tussen GroenLinks en PvdA aan de andere kant, ervoor kunnen zorgen dat ook dan FVD de grootste partij kan worden.
Maar dat hangt natuurlijk mede af van wanneer die verkiezingen zijn (in 2021 of eerder), wie de lijsttrekkers zullen zijn en last but not least hoe VVD en CDA omgaan met de electorale dreiging aan hun rechterflank.
In ons rapport van vandaag geven we daarom een beeld van de onderlinge electorale concurrentie tussen partijen, waarbij FVD nu qua potentie de hoogste score heeft (31%), 2% hoger dan de VVD. Bij de peiling van vandaag staat FVD 4 zetels voor op de VVD (27-23).
Ook laten we zien dat er 6 premierkandidaten zijn met een score van meer dan 50% van de kiezers die het positief beoordeeld als die persoon premier wordt of als acceptabel.
In het onderzoek van vandaag gaan we ook op het oordeel van de kiezers in over een mogelijke samenwerking met FVD in e provincies. De meeste kiezers zijn voor het opnemen van FVD in het provinciebestuur.
