In de eerste helft van de vorige eeuw trokken veel kunstenaars naar Parijs. Onder anderen Marc Chagall, Pablo Picasso en Piet Mondriaan waren te vinden in ‘het kunstcentrum van de wereld’. Het Stedelijk Museum in Amsterdam vertelt dit najaar het verhaal over deze kunstenaars, die als migrant in de Franse hoofdstad “moedige beslissingen” moesten nemen in een gepolariseerde samenleving, vol nationalisme, vreemdelingenhaat en antisemitisme.
De expositie ‘Chagall, Picasso, Mondriaan e.a.: Migranten in Parijs’ is vanaf 21 september tot en met 2 februari te zien. Voor het eerst in bijna zeventig jaar toont het Stedelijk zijn grote collectie Chagalls: veertig werken, waaronder acht iconische schilderijen. Sommige werken zijn speciaal voor de expositie gerestaureerd. Het museum brengt het werk van meer dan vijftig beeldend kunstenaars, fotografen en grafisch vormgevers samen.
Volgens het Stedelijk werpt de tentoonstelling een ander licht op het werk van de grote moderne meesters. Ze werden ondanks hun succes vaak geconfronteerd met het feit dat ze geen Fransen waren. Zo ervoer Chagall, van Joods-Russische afkomst, eenzaamheid, uitsluiting en antisemitisme. In zijn schilderijen is volgens het Stedelijk dan ook heimwee zichtbaar, doordat hij er bijvoorbeeld rabbi’s en synagogen in heeft verwerkt.
(ANP)