Deze week zijn er geen verschuivingen. In dit Paasweekend komen we met een heel speciale uitvoering van onze Peiling. In samenwerking met Dennis Brouwer, gespecialiseerd in analyses op electorale data, zijn er bijzondere 3D‐grafieken gemaakt van een groot aantal kenmerken in relatie tot de politieke voorkeur van dit moment vanuit Peil.nl.
Zij geven samen een prima beeld van factoren die van groot belang zijn voor de uiteindelijke stemkeuzes.
Die grafieken zijn grotendeels gebaseerd op onze metingen op 20 maart jl. We denken dat die niet zal verschillen van hetgeen we gemeten zouden hebben als die meting vandaag had plaatsgevonden.
In de grafiek zullen de vele gemeten variabelen afgezet worden tegen drie uiterst belangrijke kenmerken in relatie tot de politieke voorkeur, zoals we dat al eerder hebben vastgesteld:
In september 2016 werd in Peil.nl al aandacht gevraagd voor deze laatste twee variabelen. In combinatie met elkaar werd een sterke samenhang geconstateerd met de politieke voorkeur. Als men zich zorgen maakte over de eigen financiële toekomst en vooral bedreigingen zag, dan stemde men toen met name PVV, 50PLUS en SP (nu is daar ook FVD bijgekomen). Als men zich geen zorgen maakte over de eigen financiële toekomst en vooral kansen zag, dan stemde men met name GroenLinks, D66 en VVD.
Die combinatie noemden we de “kansrijk‐index”. Bij Peil.nl is daar diverse keren op teruggekomen.
Per groep, die in de grafieken worden weergegeven op de volgende pagina’s zal de gemiddelde waarde afgebeeld worden op ieder van deze drie variabelen. Dat is dus:
Alvorens we met de 15 grafieken komen voor de verschillende variabelen komt er eerst een voorbeeldgrafiek, om te begrijpen hoe deze 3D aanpak in de grafiek terug te zien is.
In de voorbeeldgrafiek op de volgende pagina vertegenwoordigen de twee oranje stippellijnen de ‘Gemiddelde Nederlander’. Dat zijn dus de cijfers van alle ondervraagden samen. Die plaatst zich als licht/gematigd rechts en die ziet iets vaker meer bedreigingen dan kansen, door de veranderingen in de wereld. Ongeveer de helft van de ondervraagden maakt zich zorgen om de eigen financiële toekomst.
In de grafiek wordt voor iedere groep de drie variabelen als volgt weergegeven.
Als u naar “VVD 2003” (kiezers die in 20003 VVD hebben gestemd) kijkt, dan ziet u dat die groep kiezers gemiddeld rond de +65 scoort op de links ‐rechts schaal, die loopt van ‐100 (uiterst links) tot +100 (uiterst rechts). Dit cijfer is dus het gemiddelde van de eigen plaatsing op die schaal van die groep kiezers.
Ten aanzien van het kenmerk “overwegend kansen“ minus “overwegend bedreigingen” , ligt die score tussen ‐5 en ‐10, dichtbij het gemiddelde van alle Nederlanders.
De blauwe kleur van “VVD 2003” , ten slotte, geeft aan dat iets minder dan 40% van die groep kiezers aangeeft zich financiële zorgen te maken. Die tabel laat verder zien dat de LPF‐kiezers uit 2003 en de FVD‐kiezers van nu t.a.v. die drie kenmerken gemiddeld sterk op elkaar lijken.
De PVV‐kiezers van nu staan rechtser op de schaal, zien duidelijk meer bedreigingen en maken zich ook beduidend meer zorgen over hun financiële situatie. In de bijlage (pdf) volgen de grafieken en tabellen van het hele onderzoek zonder verdere toelichting.