De Sri Lankaanse autoriteiten denken dat de lokale radicaal-islamitische groep National Thowheeth Jama’ath (NTJ) de bloedige bomaanslagen van zondag uitvoerde. De extremisten kregen mogelijk steun vanuit het buitenland, zegt de regering.
De NTJ is een relatief onbekende groep, die eerder in verband is gebracht met de vernieling van boeddhistische beelden. Een hoge politiefunctionaris zou recentelijk hebben gewaarschuwd dat de organisatie van plan was aanslagen te plegen.
Sri Lanka is van plan internationale hulp te vragen bij het onderzoek. Er zijn aanwijzingen dat de “lokale terroristen” steun kregen van buitenlandse terreurorganisaties, meldt het kantoor van president Maithripala Sirisena.
Sirisena gaat ook een landelijke noodtoestand uitroepen. Die moet maandag om middernacht van kracht worden. Veiligheidsdiensten krijgen dan meer bevoegdheden om mensen vast te zetten en te verhoren.
De aanslagen hebben het leven gekost aan bijna driehonderd mensen, onder wie tientallen buitenlanders. De autoriteiten hebben inmiddels 24 mensen opgepakt. Zij behoren volgens een bron binnen de politie tot een “extremistische groep”.
(ANP)