In de ‘Affaire van Liempt‘ blijft helaas onderbelicht waar het werkelijk om draait: het tegengaan van de nivellering – ‘het van daders slachtoffers maken’, zoals de afgelopen twintig jaar steeds vaker gebeurt. Het meest schrijnende voorbeeld van die nivellering was de verschijning van het boek Oorlogsouders van Isabel van Boetzelaer uit april 2017.
Bij de totstandkoming van dat boek was Ad van Liempt zeer nauw betrokken: hij las kritisch mee, voorzag het boek van een wervende reclamezin, gaf bij de presentatie een lange speech en promootte het op tv.
In augustus 2017, nadat Van Boetzelaer haar boek in Kamp Westerbork wilde presenteren, werd middels een NRC-artikel bekend dat Van Boetzelaers boek een wel zeer verwrongen beeld gaf van haar vader, Willem van Boetzelaer en haar grootvader, Hilmar von der Recke. De vader werd vooral gepresenteerd als slachtoffer van de omstandigheden, die ‘in het geheel geen hekel had aan Joden’ zou hebben gehad – terwijl hij in feite een berucht Jodenjager was geweest. En de Duitse grootvader zou tot het Duitse verzet behoord hebben – terwijl deze als kampcommandant verantwoordelijk is geweest voor de dood van tientallen krijgsgevangenen.
Dat het boek ontmaskerd werd als een grof staaltje geschiedsvervalsing was vooral te danken aan onderzoek van Maarten van Voorst en Chaja Polak, dochter van de na arrestatie door Willem van Boetzelaer vermoorde Hans Polak.
Ze toonden ook aan dat Van Liempt wel zéér kort van geheugen was geweest, want in het boek Jodenjacht, over ‘de onthutsende rol van de Nederlandse politie in de tweede Wereldoorlog’ (2011), dat Van Liempt met Jan H. Kompagnie had geschreven, staat beschreven aan wat voor martelingen Johannes Krom, een ondergeschikte van Willem van Boetzelaer, Hans Polak onderwierp. Deze Krom komt ook voor in het boek Oorlogsouders – en van Liempt was dat bij het kritisch meelezen kennelijk niet opgevallen.
Wat deed Van Liempt na de onthullingen? Van Liempt bleef achter zijn lof staan. En de uitgever, Just Publishers? In een mail aan een betrokkene had hij het over de ‘Joodse lobby’ die het boek onderuit probeert te halen – zo bericht Chaja Polak in haar door deze affaire ontstane boek De man die geen hekel had aan Joden (2018).
Na alle kritiek verscheen in mei 2018 een herziene versie van Oorlogsouders – met nog steeds heel veel verzinsels. In Vrij Nederland verscheen een vernietigende recensie van Maarten van Voorst, waarbij Van Liempt om commentaar werd gevraagd. Hij gaf dat niet.
Op 12 januari 2019 komt Ad van Liempt schoorvoetend met een spijtbetuiging. Het Dagblad van het Noorden noteert uit zijn mond, over Oorlogsouders: “Dat was wel een dieptepunt in mijn carrière”, zegt Van Liempt nu. “Ik heb het boek nauwelijks gelezen, een beetje gescand. En een wervend zinnetje opgeschreven, waar ik heel veel spijt van heb. Mijn uitgangspunt is altijd dat zoveel mogelijk mensen een boek over de oorlog moeten lezen. Daarom ga ik in op dat soort verzoeken. Maar ik had het natuurlijk nooit zonder voorkennis moeten schrijven.”
Nauwelijks gelezen? Een beetje gescand? Uit alles blijkt dat Van Liempt actief betrokken was bij de productie en promotie van Oorlogsouders. Iets wat hij anno 2019 glashard ontkent. Een serieuze spijtbetuiging kan dit dan ook niet genoemd worden.
En stel dat Van Liempt nu wél de waarheid vertelt. Waarom heeft hij zich dan geleend voor de promotionele activiteiten in 2017? Waarom publiceerde hij toen een aanbeveling voor het boek dat hij alleen ‘een beetje gescand’ heeft in De Volkskrant? En hoeveel kreeg hij van uitgeverij Just Publishers eigenlijk betaald voor zijn werkzaamheden?
Ad van Liempt hield zich helaas voor commentaar onbereikbaar.
Update – Weerwoord Ad van Liempt: ‘Ook dat was dom van mij’
De transcriptie van de toespraak van Ad van Liempt bij de presentatie van Oorlogsouders op 23 maart 2017:
“Daarom heb ik me zoveel interesse de ontstaansgeschiedenis gevolgd van het boek Oorlogsouders van Isabel van Boetzelaer. Er zijn allerlei redenen om dat een interessant boek te vinden. Hoe een afgestrafte Nederlandse SS-er en een kind uit een Duits anti-nazi-gezin elkaar op de tribune van een concours hippique ontmoetten en er een hechte harmonieuze relatie ontstaat. Dat is echt een heel bijzonder verhaal. U moet het allemaal lezen, hoor.”
[instemmend gemompel uit de zaal]
“Maar persoonlijk ben ik toch het meest getroffen door het inzicht dat de lezer krijgt in het persoon van Willem van Boetzelaer, vanuit het perspectief dat uitgesproken zeldzaam is: de dochter die zich afvraagt hoe haar vader heeft kunnen doen wat hij gedaan heeft.
Het is allemaal gekomen door de liefde. Of althans, de verliefdheid van de jonge Willem op een meisje uit een NSB-gezin, Stefanie. De dochter van de Haagse NSB-burgemeester Westra. Willem kwam totaal misplaatst in de Waffen-SS aan het Oostfront terecht. En later, om dichter bij zijn Stefanie te zijn, belandt hij in het Haagse politiekorps. Daar gaat hij volledig de fout in. Zijn dochter vraagt zich achteraf voortdurend af waarom.
Hij komt uiteindelijk aan de leiding van een commando dat fanatiek op verzetsstrijders jaagt. Na de oorlog volgt de internering en het proces. Na de allerzwaarste eis, de doodstraf, volgt het op één na zwaarste vonnis: levenslang.
De periode van internering en later gevangenschap is voor mij de meest aangrijpende van het boek. Uiteindelijk duurt Van Boetzelaers straf tot maart 1957. En uit het boek van dochter Isabel is mij voor het eerst pas duidelijk geworden hoe ont-zet-tend lang dat eigenlijk is. En dan vooral blijkt dat uit de brieven van zijn moeder Jacqueline.”
[Tegen Isabel van Boetzelaer]
“Je zei het al. Ze was in Willems jeugd opdringend, bemoeizuchtig, maar ook liefdevol. En dat blijft zo. Ze laat haar zoon nooit vallen. Ze werkt er aan mee dat Stefanie het huwelijk met Willem verbreekt en haar eigen geluk zoekt. En ze blijft hem schrijven. De brieven van een moeder aan een opgesloten zoon. Daarvan kennen we er niet veel, in de oorlogsliteratuur. Ik ken er eigenlijk geen één.
Ook als hij in de Limburgse mijnen gaat werken, zoals zoveel politieke delinquenten deden, om althans aan het strenge gevangenisregime te ontkomen en zelf een paar centen te verdienen, blijft de moeder haar zoon schrijven en blijft ze hem bezoeken.
En Willem zelf? Leren we hem echt beter kennen? Gaan we hem begrijpen? Eerlijk gezegd nauwelijks. Hij is na zijn vrijlating een gesloten man. Als zijn dochter Isabel meer dan vijftig jaar na zijn vrijlating de waarheid over zijn oorlogsverleden kent, is hij 91 en wil ze hem het leven niet moeilijker maken dan het al is.
En zo weten we na dit boek niet heel veel meer over daders. Maar we begrijpen wel beter hoe de oorlog het leven van de familie Van Boetzelaer op scherp heeft gezet. Willem meldde zich als jongen aan bij de Waffen-SS, op aandringen van een foute vriend, de zoon van die NSB-burgemeester Westra, de broer van zijn geliefde Stefanie. Maar die vriend werd zelf afgekeurd voor de SS, omdat hij te veel Indische trekken had.
Ik vind het heel erg knap dat de schrijfster zelf, na lezing van zijn strafdossier, deze conclusie trekt: ‘De strafmaat voor mijn vader was terecht’.
Ze maakt door haar reis naar het verleden van haar vader duidelijk wat de kern van de Duitse bezetting voor veel mensen is geweest. Betrekkelijk kleine oorzaken konden onmetelijk grote gevolgen hebben. Fouten gemaakt in de adolescentie dreunen nog volop door in de ouderdom. Dat is essentieel bij heel veel mensen die tijdens de oorlog tot verkeerde keuzes kwamen. En dat vind ik de grootste verdienste van het boek Oorlogsouders. Het inzicht hoe in een oorlog de verhouding tussen oorzaak en gevolg volledig uit het lood wordt geslagen.
En daarom zeg ik, langs deze noodzakelijke omweg, komen we toch iets meer, kunnen we nu toch iets meer van daders gaan begrijpen. Ik dank u wel.”