Een veel gehoord verwijt aan politici is dat ze aan het pluche zouden kleven: als een politicus eenmaal ergens is verkozen gaat hij nooit meer weg en blijft hij eindeloos zitten. En maar vergoedingen innen, nietwaar? Deze critici worden tegenwoordig op hun wenken bediend: veel politici zitten maar kort of stappen halverwege de rit op. Ze kleven juist niet aan het pluche. In de Tweede Kamer is het aantal leden dat een derde termijn haalt op een paar handen te tellen. Er zijn ook in het Europees Parlement maar weinig politici die een derde termijn halen.
Zou het ook nuttig kunnen zijn juist wel langer te blijven zitten? Laten we kijken naar Bas Eickhout van GroenLinks. Als het tegenwoordig over klimaat gaat, staat Eickhout vooraan. Waarom is dat eigenlijk? Het ligt nogal voor de hand: Eickhout zit tien jaar in het Europees Parlement en houdt zich al die jaren al met klimaat bezig. Wat heb je nodig om EU-beleid te veranderen? Kennis, ervaring en netwerk. Je moet weten hoe de EU werkt, hoe het beleid op een bepaald onderwerp eruit ziet, je moet procedures een paar keer doorlopen hebben en mensen moeten je kennen.
De vergelijking met nieuwelingen dringt zich op. Stel dat je nieuw in het Europees Parlement begint. De afgelopen periode waren dat onder andere Anne-Marie Mineur (SP), Matthijs van Miltenburg (D66) en André Elissen (PVV). Nieuwelingen maken bijna nooit indruk. Hun eerste vraag in Brussel is: wat ga ik hier in hemelsnaam doen? Ze zitten in een fractie met Europarlementariërs uit andere landen omdat hun voorgangers ook al in die fractie zaten. Er zijn ruim twintig commissies en daarvan moeten ze er twee kiezen, maar oudgedienden gaan in de praktijk voor.
Als nieuweling kun je lang niet altijd doen wat je wilt en moet je onderhandelen over je portefeuille. Dat doe je met mensen die je niet of nauwelijks kent, of je doet dit via je medewerkers die meer ervaring hebben dan jij. Je bent onbekend bij je collega’s of in ieder geval onbekender dan de Europarlementariërs die herkozen zijn. Ergo: je staat in deze fase achteraan en mag hopen dat er wat kruimeldossiers voor je over blijven. Dat zijn vrijwel altijd thema’s die anderen niet wilden, die geen publiciteit opleveren of weinig status hebben.
De vraag is dan ook waarom je collega’s jou een belangrijke portefeuille – laten we zeggen klimaatbeleid, de democratie in Hongarije of de toetreding van Turkije – zouden geven. Als nieuweling ken je de procedures en de inhoud niet goed en iedereen weet dat het een paar jaar duurt alles goed te begrijpen. Je hebt nog geen netwerk bij andere partijen en in andere landen en ook het opbouwen daarvan kost jaren. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat een nieuweling direct effectief zal zijn. En dus denkt iedereen: ga jij eerst maar op een onbelangrijk dossier de kneepjes van het vak leren.
Zo gaat dat dus. De Europarlementariërs die je de afgelopen jaren in beeld zag zaten er relatief lang, zoals Marietje Schaake (D66, sinds 2009), Sophie in ’t Veld (D66, sinds 2004) en Bas Eickhout (GroenLinks, sinds 2009). Als je al nieuwelingen ziet zijn dat Kati Piri (PvdA, sinds 2014) en Jeroen Lenaers (CDA, sinds 2014), die de enige uitzonderingen op dit patroon zijn omdat ze eerder al als medewerker in het Europees Parlement werkten en er dus al een lange inwerktijd op hadden zitten. Ze waren niet echt nieuw.
Dus rara waarom staat Bas Eickhout tegenwoordig op eenzame hoogte? Nou vrij simpel: iedereen in Brussel weet wie hij is, wat hij doet en dus is het voor iedereen op het terrein van klimaat ook interessant om met Eickhout te praten, simpelweg omdat als hij iets over klimaat zegt er geluisterd wordt. Omdat iedereen denkt dat hij invloed heeft, hij het beste op de hoogte is en iets kan bereiken. Een nieuwkomer voldoet daar zo goed als nooit aan. ‘Aan het pluche plakken’ loont.
Naar kiezers klinkt het niet zo lekker, maar ‘plucheplakkers’ zijn beter dan nieuwelingen die roepen dat ze het systeem in Brussel wel eens eventjes zullen gaan opschudden. Dat laatste klinkt goed in de media, maar in Brussel haalt men er massaal de schouders over op. De gedachte is: ‘achteraan aansluiten jij’. Onthoud dat als weer eens iemand roept dat hij het helemaal anders gaat doen in Brussel. Daar komt vrijwel nooit iets van terecht. Kennis en ervaring, daar bereik je wat mee, niet een gebrek daaraan.
Chris Aalberts schreef met Mendeltje van Keulen ‘Wat doen ze daar eigenlijk’ over het werk van de Nederlandse Europarlementariërs tussen 2014 en 2019. In deze korte serie geeft hij tips waar je bij deze verkiezingen wel en niet op moet letten. Lees de hele serie hier.