Bij de invoering van het leenstelsel, waarbij de basisbeurs werd vervangen door een ‘studievoorschot’, werd de belofte gedaan dat de bezuinigingen gebruikt zouden worden voor investeringen in het onderwijs. Iedereen kon bedenken dat die verbeteringen pas na jaren zichtbaar zouden worden, en dat dus een hele generatie studenten daar de vruchten niet van zouden plukken, terwijl latere generaties, die zich beter hebben kunnen voorbereiden op hun lening en schuldenpositie, daar wél van zouden genieten. Nu gebleken is dat de extra investeringen niet gepleegd zijn, is die ongelijkheid in ieder geval gelijkgetrokken.
Eén van de manieren om het leenstelsel (door de partijgenoten in de Kamer toen aangeduid als sociaal leenstelsel, eenzelfde contradictio in adjecto als bij groene diesel, vloeibaar ijs, Duitse humor en bindend advies) politiek haalbaar te maken is door te stellen dat mensen die een wetenschappelijke opleiding hebben genoten over het algemeen later een hoger inkomen hebben, en daarom de lening makkelijker kunnen terugbetalen. Dit laat onverlet dat mensen met een hoger inkomen sowieso ook meer belasting betalen.
Maar goed, nu het eenmaal is ingevoerd, zien we de consequenties. Mensen uit lagere inkomensgroepen gaan minder snel studeren, de nodige investeringen in de universiteiten blijven achter, de rente op de leningen wordt verhoogd zodat het allemaal nóg duurder wordt, en aangezien het met een schuld moeilijker is om een hypotheek op te bouwen, zullen mensen met een hogere schuld later kapitaal kunnen opbouwen door een eigen huis te kopen.
PvdA en GroenLinks verdedigden het leenstelsel met de pseudorechtvaardiging dat mensen met minder geld niet moesten meebetalen aan de studie van mensen met meer geld. Een drogreden. Niet alleen betalen mensen met minder geld minder belasting; niemand beklaagt zich erover dat mensen met minder geld meebetalen aan wegen waar meer rijke mensen over rijden in grotere auto’s. Of dat rijke mensen in grotere huizen wonen, dus als daar brand is heeft de brandweer meer te blussen.
Grote apenkool natuurlijk. Het waren dan ook geen échte argumenten, maar argumenten om dit door de strot van de achterban te douwen, en ze te laten delen in de noodzakelijkheid van de steun aan dit onzalige plan. Immers: er was een coalitie met de VVD.
Dat de PvdA het sociaal leenstelsel heeft omarmd en zelfs met deze leugenachtige argumenten heeft verkocht is een schande, en normaal gesproken genoeg reden om je lidmaatschap op te zeggen. Tromp indachtig wacht ik op een betere reden daarvoor, maar de partij moet nu wel heel goed haar best doen.
De onderliggende gedachte is namelijk nóg zorgwekkender. De discussie over het leenstelsel wordt helemaal gevoerd vanuit de gedachte dat een universitaire studie een individueel nut kent. En precies dát zou de PvdA nu juist niet moeten doen. Onderwijs, en dus ook hoger onderwijs, is immers een collectief goed. Als er mensen studeren is dat niet alleen prettig en goed voor hen zelf, maar voor de gehele maatschappij.
De sociaal-democratische traditie komt voort uit een mensbeeld waarin centraal staat dat mensen zich moeten en kunnen ontplooien. Acht uur werk, acht uur rust en acht uur ontspanning. Dat wás het ideaal, en in een tijd waarin werk en ontspanning door elkaar heen lopen en ontplooiing geen maatschappelijke wens meer is, zou het geen gek idee zijn, om er weer eens wat normatiever naar te kijken. Minder omfloerst: de PvdA moet niet kijken naar onderwijs als product, maar als ontwikkeling om de wereld te verbeteren en mensen meer mens te laten zijn.
Om redenen van korte termijn was de steun van GroenLinks en PvdA best te verklaren, maar nu we een paar jaar verder zijn, is het tijd om ons weer eens af te vragen wat we nu precies van het hoger onderwijs verwachten. Zelfs als dat tegen eerder ingenomen standpunten ingaat. De partij wil dat ook: op het congres van januari 2019 is een motie aangenomen die het leenstelsel afwijst en de partij vraagt om op zoek te gaan naar een socialer alternatief .
Het is dan ook niet alleen terecht maar ook moedig dat Zihni Özdil de steun intrekt voor het leenstelsel, en ik hoop dat er in de PvdA-fractie iemand te vinden is die hem steunt.