Dit is een gratis en voor iedereen leesbaar artikel, maar als u een abonnement op TPO+ neemt kunt u nóg meer briljante artikelen van Hans van Willigenburg lezen, en nog heel veel meer moois. Dus neem nu een abonnement op TPO+!
Zelden heeft Nieuwsuur zo’n lang interview live vanuit de Hilversumse studio uitgezonden. Het was dan ook niet zomaar de eerste de beste die langskwam, het was ons aller premier Mark Rutte. En hij zat daar niet omdat hij nog wat tijd over had in zijn agenda, nee, hij zat daar omdat een politieke tegenstander, Thierry Baudet genaamd, vrij vertaald dreigde zijn levenswerk af te breken. Het mag zo langzamerhand iedereen bekend zijn dat de premier achter zijn ogenschijnlijk niet weg te beitelen glimlach soms een enorme woede explosie moet camoufleren en dat het eens in de zoveel tijd, in besloten kring, inderdaad niet lukt met dat camoufleren. En dat hij dan zowat de gordijnen invliegt omdat de werkelijkheid zich niet klakkeloos aanpast aan zijn neoliberale mantra’s. Het Britse volk komt de eer toe Rutte in het holst van de nacht tot een mengeling van razernij en wanhoop te hebben gedreven met de inmiddels legendarische Brexit-vote. En nu krijgt meneer Rutte ook binnenlands te maken met een partij die openlijk flirt met de Nederlandse variant van Brexit, Nexit genaamd. ‘De grootste partij van Nederland!’ benadrukte Rutte wel vier of vijf keer bij Nieuwsuur.
Met andere woorden: er is iets aan de hand, mensen! Als het de verdienste van Baudet is om Rutte een tandje te laten bij schakelen en achter die plastic glimlach zijn ware ‘passie’ te tonen, dan mogen die credits dus alvast naar de FvD-voorman. Baudet vindt al die ingestudeerde verhaaltjes in de Tweede Kamer sowieso gaapverwekkend, dus nu lijkt het alsof hij op zijn wenken wordt bediend. Mark Rutte is boos. Diens klieren zwellen op in zijn nek, achter de schermen.
Op zich is het te prijzen dat Rutte nu met zijn volle gewicht dat surrealistische circus van de Europese verkiezingen binnenrijdt. Door actief een tweegevecht met Baudet na te streven, zou het zomaar eens kunnen dat er dit keer wél iets te kiezen valt. En de opkomst substantieel omhoog gaat. Dat zou winst zijn, ook voor de EU. Want vergis je niet: de EU kan het proberen keihard te ontkennen, maar zeker het parlement is simpelweg een beschermde enclave voor tweederangs politici, die, nog even los van het belastingvrij opstrijken van de meest dolle vergoedingen, vooral geïnteresseerd zijn in nobele, op papier beleden principes die mooi klinken bij een grafrede, maar vaak rechtstreeks indruisen tegen het belang van de kiezers aan wie ze hun fijne baantje te danken hebben. De afstand tussen Brussel en de kiezer is niet voor niks immens en schier onoplosbaar, fysiek en mentaal. Een vuistgevecht tussen Baudet en Rutte zou dat voor Nederland, in ieder geval tijdelijk, even oplossen.
Saillant in Nieuwsuur was de bekende, neoliberale riedel die bedrijfsleider Rutte weer eens afstak en kennelijk zijn (magere) geloofsbrieven zijn. Terwijl Mariëlle Tweebeke het hele interview lang juist probeerde aan te tonen hoe Rutte was veranderd in zijn standpunten over de EU en hoe onkarakteristiek het was dat hij zich nu door Baudet uit de tent had laten lokken (‘u zegt dikwijls: niet reageren op elk stuk rood vlees dat je wordt toegeworpen’), karaktervast was nu juist dat Rutte meende ‘een baan’ te hebben die als voornaamste speerpunten ‘economie en veiligheid’ had, en dat Baudet uitgerekend op die dossiers alles in de waagschaal stelde door op zijn minst te suggereren uit de EU te willen. Opnieuw zagen we de vertrouwde premier die ‘visie’ haat, de overheid als ‘geluksmachine’ afwijst en het land dat hij beheert het liefst met een op orde zijnd Excel-sheet naar de toekomst leidt. Precies het soort leegte waar kiezers na zoveel jaar schoon genoeg van hebben.
Nou ja, laat dat debat dus maar komen! Eens kijken tot welke niveaus van boosheid en passie Thierry Baudet onze neoliberale premier kan opstoken. Kennelijk kan mainstream Nederland het amper verdragen dat er een waarlijk conservatieve partij is opgestaan die gelooft dat het leven uit meer bestaat dan ‘economie en veiligheid’. Aan Rutte en de andere partijen in het kartel de schone taak om het electoraat bij de les te houden en blijvend te impregneren met het idee dat ze wezens zijn die als ze goed verdienen en niet acuut hoeven te vrezen voor terrorisme wel knettergek moeten zijn om niet op één van de kartelpartijen te stemmen.
Benieuwd of Rutte het passen-op-de-winkel-concept in een één-op-één met Baudet, ‘prime time’, nog een nieuwe slinger kan geven.