Van de Nederlandse ‘jongeren’ vanaf 15 jaar tot en met 25 jaar heeft meer dan 71% een serieus ‘vertrouwen’ in de Europese Unie. Maar direct na deze uiterst naïeve levensfase zinkt dat ‘vertrouwen’ als een baksteen. Van burgers tussen de 25 en 35 jaar heeft nog maar 55% ‘vertrouwen’ in de EU. Dit zinkt zo door tot aan de bodem van de vertrouwensafgrond: verstandige realisten vanaf 65 jaar hebben zelden nog vertrouwen in de EU, maximaal 31,8%. Opvallend is wel dat het ‘vertrouwen’ in de EU na het 75ste MAX-kijk-levensjaar weer stijgt naar bijna 40%, maar dat zou ook met de achteruitgang van verstandelijke vermogens te maken kunnen hebben. Al deze percentages zijn afkomstig van het CBS.
Ook leuk: in vrijwel geen enkele EU-lidstaat hebben burgers nog serieus vertrouwen in het clownscircus dat Europees Parlement heet. Het land met het meeste vertrouwen in het EU-parlement is Litouwen: daar heeft een schamele 52% van de burgers nog vertrouwen in clowns, poppenkast en gesubsidieerde slapstick.
In alle andere EU-landen is dat lager tot veel lager. Nederlanders bijvoorbeeld vertrouwen alleen nog maar in minderheid (40%) in de kermis die elke maand weer naar Straatsburg verhuist (wat jaarlijks vele miljoenen kost, en wordt opgehoest door Europese belastingbetalers). Dat zullen dan wel millennials en overige Volt-stemmers zijn, die zijn doorgaans niet zo heel erg goed in realiteit snappen.
