Meer dan tien mensen hebben de afgelopen tijd aangifte gedaan tegen de verdachte van de aanslag in de tram op 18 maart in Utrecht. Het gaat niet alleen om mensen die gewond raakten, maar het zijn bijvoorbeeld ook getuigen en mensen die te hulp schoten. Een woordvoerder van het Openbaar Ministerie (OM) bevestigde een bericht daarover van RTL Nieuws.
De betrokkenen deden aangifte van poging tot moord, poging tot doodslag en bedreiging met een terroristisch oogmerk. Hun zaken komen ook op de aanklacht van het OM tegen Gökmen Tanis te staan. Op de tenlastelegging staat waarvoor hij precies wordt vervolgd. De aangevers kunnen tijdens de strafzaak een schadevergoeding van hem eisen voor het nadeel dat zij zouden hebben geleden, bijvoorbeeld als gevolg van trauma’s.
Het is volgens het OM gebruikelijk dat mensen die benadeeld zijn aangifte doen tegen een verdachte in een strafzaak.
Bij de schietpartij op het 24 Oktoberplein werden drie mensen gedood en raakten drie anderen ernstig gewond. Een van hen overleed later alsnog.
De zaak tegen Tanis komt op 1 juli voor het eerst voor de rechter, in Utrecht, tijdens een niet-inhoudelijke behandeling.
De organisaties en hulpdiensten die betrokken waren bij de gebeurtenissen rond de aanslag in de Utrechtse tram, gaan hun eigen handelen daarin onderzoeken en evalueren. De Inspectie Justitie en Veiligheid zal alle bevindingen en resultaten controleren. Bij het incident zijn op grote schaal lokale en landelijke hulpdiensten ingezet.
Gekeken wordt hoe de lokale en de nationale crisisorganisaties hebben gehandeld en de politie heeft gefunctioneerd. Verder wordt gekeken of signalen bekend waren dat de verdachte radicaliseerde.
Het zelfonderzoek moet volgens de Inspectie worden gedaan om het lerend vermogen te bevorderen van organisaties waar zij toezicht op houdt. Dit doet zij onder meer door hen aan te sporen zelf onderzoek te doen en als Inspectie bij te dragen aan de kwaliteit van die onderzoeken.
ANP
