Stel dat een nieuwe partij wordt opgericht, eentje die niet wil opkomen voor de gevestigde belangen, maar voor de belangen van gewone mensen. Die niet alleen van zich wil laten horen in het parlement, maar juist ook daarbuiten mensen politiek wil organiseren. Met politici die de solidariteit niet alleen met hun woorden prediken, maar zélf in de praktijk brengen, door meer dan de helft van hun vergoedingen af te dragen en genoegen te nemen met een normaal salaris. Van zo’n partij zou ik meteen lid worden. Sterker, in zo’n partij ben ik al jaren actief, dit is juist wat de SP wil zijn. Maar met die partij gaat het niet goed. Het is niet goed als je een ‘volkse’ partij wilt zijn, maar zo weinig mensen bereid zijn om op je te stemmen. De SP heeft in haar bijna vijftig jaar lange geschiedenis vaker problemen gehad en toen ook de methoden gevonden om daar weer bovenop te komen.
De SP heeft een opmerkelijke geschiedenis. De partij komt voort uit één van de vele revolutionaire partijtjes die aan het eind van de jaren zestig het licht zagen, van marxisten en maoïsten en allerlei andere -isten, veelal opgericht door intellectuelen die elkaar om het hardst bestreden met hun ideologisch gelijk. Geen van deze splintergroepen heeft het erg lang uitgehouden, alleen de SP werd een grote partij. Dat komt denk ik vooral omdat de SP niet alleen actief was in de studentensteden, maar ook in andere steden en dorpen waar mensen minder bezig waren met de revolutie en heel andere zorgen aan hun hoofd hadden. Zoals de slechte staat van hun huis, de verloedering van de buurt of de slechte integratie van arbeidsmigranten. De SP wilde de mensen juist niet vertellen hoe de wereld in elkaar zat, maar mensen organiseren om zo samen hun eigen wereld te veranderen.
Ik ben zo’n twintig jaar lid van de SP en in al die jaren is in de partij ook altijd discussie geweest, over alle mogelijke onderwerpen. Het meest nog op de partijraad, die zes keer per jaar bijeen komt. Dit is het ‘parlement’ van de partij waarin alle afdelingen zitting hebben en waar over alles wordt gesproken en over alles kan worden gestemd. Ik ken weinig partijen waar dat zo openlijk gebeurt, op deze partijraad zijn ook bijna altijd journalisten aanwezig die vaak uitgebreid verslag doen van de felle discussies die hier worden gevoerd. Voor politieke commentatoren die maar blijven roepen dat in de SP geen discussie mogelijk is heb ik maar weinig begrip, ik heb ze ook nooit op onze partijraad gezien. Na de discussies volgen ook altijd stemmingen. Ik vind het jammer als partijgenoten die het met een uitkomst niet eens zijn in de media roepen dat de SP niet democratisch zou zijn.
De geschiedenis van mijn partij laat zien dat SP’ers niet altijd bleven vasthouden aan hun eigen ideologisch gelijk, maar juist altijd in gesprek gingen met de mensen die zij wilden vertegenwoordigen. Nog altijd is het voor SP’ers heel gewoon om bij mensen aan te bellen of om samen buurtacties te organiseren. Deze oude les lijkt me ook heel nuttig nu de partij het zo slecht doet bij verkiezingen. Ik zie uit naar de discussies met onze leden, in alle afdelingen en daarna op de partijraad. Maar heel benieuwd ben ik toch ook naar de verhalen van de mensen voor wie de SP zo graag wil opkomen, maar die nu niet bereid zijn geweest om voor ons te kiezen. Ik merk dat de sympathie voor de SP nog altijd groot is, maar veel mensen niet geloven dat wij het verschil kunnen maken. Graag hoor ik de verhalen van mensen die nu niet op ons stemmen. Bij de SP staan de ramen helemaal open.
Ronald van Raak schreef eerder over zijn socialisme in: ‘Ik hou niet zo van intellectuelen die mensen vertellen wat goed voor ze is’ en ‘Ik wil geen rassenstrijd, maar een klassenstrijd’.