Meneer Rutte,
Dát VVD-minister Ivo Opstelten met uw medeweten druk heeft uitgeoefend op het Openbaar Ministerie op Geert Wilders voor zijn ‘minder, minder, minder’-uitspraak te vervolgen was geen nieuws.
Toch was het weer tamelijk schokkend om bij RTL Nieuws de bevestiging te zien, ook over het plotselinge geheugenverlies bij de betrokkenen, die ‘uw’ zinnetje “Ik heb daar geen herinnering aan” perfect konden opdreunen.
En nog meer om in De Telegraaf de verklaring van een oud-ambtenaar te lezen waaruit blijkt hóe trigger-happy die VVD-kliek van u, met Ivo Opstelten en toenmalig Justitiebaas Joris Demmink voorop, al in 2011 was om Wilders monddood te maken.
Hoe formuleerde Opstelten het volgens die ambtenaar precies tegen Demmink?
Oh ja, zo: “Het OM moet Wilders vervolgen omdat hij ons te veel voor de voeten loopt”.
En drie jaar later kregen jullie éindelijk je kans.
Dat het Openbaar Ministerie, het ministerie van Justitie en Veiligheid én de VVD-kliek drie handen op één buik zijn, is geen nieuws.
Wat mij echter aan die hele Wilders-affaire het meest koude rillingen blíjft bezorgen, is de rol van de politie.
Hoe kon het dat de politie, die doorgaans aangiftes van burgers vooral ontmoedigt, opeens de bureaus extra open gooide en voorgedrukte aangifteformulieren klaar had liggen om maar zoveel mogelijk aangiften tegen Wilders te noteren?
Blijkbaar knipmest ook de Nederlandse politie nog altijd zonder zelfstandig na te denken voor de VVD-kliek.
Ook als die VVD-kliek de politie misbruikt om een gekozen volksvertegenwoordiger, toentertijd de grootste concurrent, monddood te maken.
Dat is ronduit éng.
De generatie Nederlanders die zoiets eerder heeft meegemaakt, sterft langzaam uit.
Gelukkig hebben we de geschiedenisboeken nog.
Groet,
JanD
PS. Maakt u zich over de Staatsomroep geen zorgen. Geen woord uiteraard ;-)