De voormalige Amsterdamse topambtenaar Saadia Ait-Taleb heeft in de zomer van 2017 terecht strafontslag gekregen. Volgens de rechtbank Amsterdam heeft de vrouw in elk geval de schijn van belangenverstrengeling laten ontstaan door met een zakelijke relatie ook een privérelatie te onderhouden.
Ait-Taleb werkte bij de gemeente als programmamanager voor het team radicalisering en polarisatie. Ze kreeg ontslag omdat ze volgens de gemeente diverse opdrachten gunde aan een persoon met wie zij een relatie zou hebben gehad. Het ontslag leidde tot veel onrust over de antiradicaliseringsaanpak in de hoofdstad.
De vrouw heeft toegegeven dat zij en de man in kwestie, Said J., elkaar ‘leuk’ vonden, maar dat het nooit tot een relatie is gekomen en dat ze altijd in haar werk zakelijk contact hadden.
Volgens de rechtbank kan in het midden blijven of het ging om een liefdesrelatie. Duidelijk is wel dat de twee zakelijk en privé met elkaar omgingen en dat er geen sprake was van ‘professionele distantie die van een ambtenaar op de positie van eiseres mag worden verwacht, ook als zij intensief en onder druk met elkaar samenwerkten’, staat in het vonnis. De rechter weegt ook mee dat Ait-Taleb haar persoonlijke relatie met de man niet heeft gemeld bij haar leidinggevende.
Tijdens de zitting zei ze dat ze nooit de intentie heeft gehad om wie dan ook te benadelen. Ait-Taleb meende dat haar zaak werd neergezet ‘alsof ze een ISIS-leider te pakken hadden gekregen’. Achteraf, concludeerde ze, hadden er meer reflectiemomenten moeten zijn. Haar advocaat zei tijdens de zitting dat een sanctie of overplaatsing beter op zijn plek was geweest.
Tegen Ait-Taleb en Said J. loopt ook nog een strafzaak over het vervalsen van facturen.
ANP