Marie!
Je verlaat het Europees Parlement omdat je een paar maanden geleden de lijsttrekkersverkiezing bij D66 verloor van zakkenvuller Sophie in ’t Veld.
Dat was voor NRC Handelsblad aanleiding tot een afscheidsinterview.
Het was een bijzonder gesprek, want voor het eerst in al die jaren hoorden we niet de machine, maar de mens aan het woord.
Onderwerp van gesprek? Eerst alles, maar op jouw verzoek werd de focus verlegd naar seksuele intimidatie in en om het Europees Parlement.
Een interessant onderwerp, waar niet voor niets een complete slachtofferwebsite (MeTooEP.com) over bestaat.
Moedig, dacht ik.
De voor de hand liggende vraag is wel waarom je ruim tien jaar dingen hebt meegemaakt en zien gebeuren en pas je mond open trekt nu je bijna weg bent en niet meer van de vermeende daders afhankelijk. Want dat is precies waarom uitschot uitschot kan blijven: iedereen zwijgt.
Maar goed, ik ging geïnteresseerd lezen.
Ik dacht: als Marie dan eindelijk los gaat, dan zal ze de kool en de geit vast niet sparen en niet alleen in algemeenheden praten. Want dat lost niks op.
Wat wel wat oplost: namen en rugnummers.
Een voorbeeld.
Een Barbertje dat gaat hangen.
Even had ik hoop. Toen je op de vraag waar je last van had, antwoordde: “Vooral seksuele toespelingen en machtsmisbruik. Mensen die menen dat ze een positie tegenover jou hebben en dat gebruiken. Bewindspersonen die op rare tijdstippen berichten sturen. Dat je om elf uur ’s avonds een berichtje krijgt dat hij tijd heeft voor een afspraak met een drankje, en dat je het beste even naar zijn hotel kan komen.”
Hé, dacht ik, nu gaat het gebeuren. ‘Bewindspersonen’, dat zijn geen eenzame ambtenaren of geile Zuid-Europese machootjes, dat zijn ministers, staatssecretarissen of leden van de Europese Commissie.
Dus ik rekende op de vraag: “Wélke bewindspersonen?”
Stom.
Ik vergat even dat het een NRC-interview was.
Wel kreeg je de vraag: “Hoe ging u daarmee om?”
En je antwoord was: “Ik probeerde het te ontwijken. In dit geval stuurde ik in de ochtend een antwoord terug in de trant van: ‘O, ik sliep al, ik zie nu pas dat je me een bericht had gestuurd’. Het nare is: je moet vaak weer werken met deze mensen. Je kan dan moeilijk het contact helemaal verbreken.”
Aha.
“In dit geval.”
‘Bewindspersonen’ moet dus ‘bewindspersoon’ zijn.
Slechts één bewindspersoon probeerde jou in die tien jaar ’s avonds om elf uur naar zijn hotel te krijgen om je in zijn witte onderbroek te bespringen en zijn tong bij je naar binnen te werken (of zoiets).
Kijk, en dan is het dus politiek relevant.
Want een minister, een staatssecretaris of een lid van de Europese Commissie die zijn positie op die manier misbruikt, daar vinden we sinds de MeToo-hype in 2017 losbarstte iets van.
Die moet aan de hoogste boom.
En dat deed je niet.
Gemiste kans.
En weinig solidair met al die vrouwen die nog moeten werken in die Brusselse (en Straatsburgse) snoepwinkel voor machtsmisbruikende mannen.
Je bent de klokkenluider die alleen naar de klepel kíjkt.
Groet,
JanD