Twee correspondenten die zaterdagmiddag voor het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) verslag deden van een actie van Pegida in Eindhoven hebben enige tijd vastgezeten.
Samen met aanhangers van Pegida die folders wilden uitdelen bij de Al-Fourqaan-moskee werden de twee aangehouden omdat ze in de ogen van de politie verdacht gedrag vertoonden. De politie vermoedde dat de journalisten aanhangers van Pegida waren, maar zij waren voor het ANP in Eindhoven aan het werk. Bij hun aanhouding hebben ze de agenten een politieperskaart en een perskaart van het ANP getoond.
Uit onderzoek op het bureau bleek dat onze verdenking niet juist was. Het tweetal is rond 17.00 uur vrijgelaten, uiteraard met onze welgemeende excuses.
— Politie Oost-Brabant (@politieob) 22 juni 2019
Rond 17.00 uur werden de twee weer vrijgelaten nadat uit onderzoek was gebleken dat de verdenking tegen de journalisten niet klopte, meldt de politie, die in een tweet haar excuses heeft aangeboden. Volgens het ANP kan het niet anders dan dat er sprake was van een misverstand.
De ‘Turkse jongeren’ die de Pegida-groep met bakstenen en eieren belaagden liet de politie ongemoeid, blijkt uit een perscommuniqué:
“Tijdens de manifestatie werd met eieren gegooid. Ook kregen wij meldingen dat er met stenen gegooid zou zijn. Uiteraard nemen we dat mee in ons onderzoek, maar vooralsnog hebben wij geen informatie die dat ook daadwerkelijk bevestigt. Er is ook niemand zichtbaar gewond geraakt.”
Het bezoek van Pegida in Eindhoven wordt beantwoord met het gooien van bakstenen en eieren. #Eindhoven #Pegida pic.twitter.com/FXJiyQmseb
— Raymond Bruijns (@raymondbruijns) 22 juni 2019
ANP/TPO