Dit is een gratis en voor iedereen leesbaar artikel, maar als u een abonnement op TPO+ neemt kunt u nóg meer briljante artikelen van Hans van Willigenburg lezen, en nog heel veel meer moois. Dus neem nu een abonnement op TPO+!
Het format van College Tour is fraai: zet een ervaren vakman/-vrouw of een zich al langer bewezen hebbende beroemdheid op een podium in een stoel voor een groep jonge studenten. En laat de vragen of dromen van die jonge studenten vervolgens de vrije loop, om ze door de hoofdgast naar het rijk der fabelen te laten verwijzen of van serieus commentaar te laten voorzien. Prachtig! Educatief! Helemaal NPO! Dat de publieke omroep Matthijs van Nieuwkerk op dit programma heeft gezet, wijst erop dat ze (eindelijk, eindelijk) ook zelf beginnen te snappen waar hun kracht ligt: niet bij het knielen om kijkcijfers te scoren, maar bij het serieus nemen van hun zelfbenoemde status als ‘de elite van Nederland’ (er is namelijk niks tegen de grachtengordel, tegen hersens en kwaliteit, maar wél iets tegen de eenzijdige geluiden waarmee ze de rest van ons land overspoelen).
Nou ja, alles was dus in stelling gebracht voor een fijn, klein uurtje tv.
Alleen ging College Tour gisteren afschuwelijk mis. Het was zo verdomde slecht en oninteressant, dat ik moet bekennen het na een kwartier afgezet te hebben. Op dat moment was ik al helemaal de weg kwijt in het taalkundige moeras van de hoofdgast van dienst, ene Diederick Koopal (nooit van gehoord), maker van reclamefilmpjes, die op de bekende, door Matthijs gemunte manier de hemel in werd geprezen toen hij opkwam. Diederick zweette vanaf acquit nogal, en in combinatie met de volstrekt inwisselbare woordenbrij die hij over de jonge zieltjes uitstortte – zo was hij meer dan een minuut bezig uit te leggen dat elk reclamefilmpje ‘een voortraject’ had om ‘de focus’ van de boodschap scherp stellen, tjonge – leidde dat tot de indruk dat Diederick zich ook zelf wat ongemakkelijk voelde bij zijn plotselinge status als Godheid in College Tour’.
Dat het magnum opus van Diederick Koopal de Rolo-reclame met de olifant was (ik had me deze reclame nooit spontaan herinnerd, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Calvé-commercial van ‘Petje Pitamientje’), hielp ook al niet enthousiasme te kweken voor deze hoofdgast. En toen hij ook nog eens heel slecht bleek te luisteren naar de ter zake doende vragen van de studenten, zakte ik figuurlijk door mijn fauteuil; zeker toen hij allengs meer begon te klinken als een zijn lease-auto bij elkaar pratende account-manager dan als een creatieveling.
Nu het kabinet lijkt aan te sturen op een reclamevrije NPO had het er ineens veel van weg dat Matthijs, via Diederick Koopal, een poging waagde de relevantie en de gein van reclame op een breed publiek over te brengen. Die poging mislukte, in mijn ogen, faliekant.
De tussenshots van de hologige studenten bevestigden mij overigens in dit oordeel.