Er komt geen onafhankelijke commissie om te onderzoeken wat er met Nederlandse kinderen in Syrische kampen moet gebeuren. Dat voorstel van de Kinderombudsman is “niet realistisch”, vindt minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid.
Kinderombudsman Margrite Kalverboer had de minister gevraagd om een commissie die voor ieder kind moest oordelen “waar zijn of haar toekomst ligt, of dit samen zal zijn met zijn of haar ouder(s) en wat hiervoor nodig is”. Het belang van het kind komt daarbij voorop en “dient te worden gewogen ten opzichte van de overige belangen”, schreef ze aan Grapperhaus. Zo’n commissie zou bijvoorbeeld uit drie deskundigen kunnen bestaan: iemand met kennis van de ontwikkeling van kinderen, een radicaliseringsexpert en een jurist.
Maar Grapperhaus ziet daar niets in, omdat “men dan toch naar dat gebied moet afreizen” om een oordeel te kunnen vellen. En dat vindt het kabinet te gevaarlijk. Daarom wil het in principe ook überhaupt geen volwassene of kind uit voormalig ISIS-gebied terughalen.
Een negentigtal Nederlandse kinderen zit momenteel nog vast in Syrië. Eerder deze maand zijn wel twee wezen teruggehaald, maar dat gebeurde volgens het kabinet bij hoge uitzondering.
ANP