In 1976 was de Utrechtse hockeyclub Kampong de eerste vereniging die een kunstgrasveld in gebruik nam, waarmee de club een vooruitstrevende keuze maakte die uiteindelijk alle hockeyclubs in Nederland ook zouden maken. Want sinds HC Goeree-Overflakkee in 2014 haar eerste kunstgrasveld in gebruik nam beschikken alle ruim 300 hockeyclubs van Nederland over ten minste één kunstgrasveld om op te spelen. Kortom, kunstgras voor hockey is inmiddels stevig ingeburgerd.
Maar hoe maak je eigenlijk de keuze voor een kunstgrasveld? Aan welke eigenschappen moet het voldoen om geschikt te zijn om hockey op te spelen.
GreenFields, innovatief marktleider voor kunstgrassystemen, legt het uit in de whitepaper ‘Kiezen voor een kunstgras hockeyveld anno 2016’. Hoe goed kennen hockeyers de (meestal) groene mat waar zij op spelen eigenlijk? Official sponsor van de KNHB, TenCate Grass, heeft een whitepaper geschreven: ‘Kiezen voor een kunstgras hockeyveld anno 2016’. Daarin staat uitgelegd welke velden geschikt zijn voor welk hockeyniveau. Ook vindt u daar uitleg over hoe een modern semi-water- of waterveld is opgebouwd, en kunt u lezen wat er moet gebeuren in geval een bestaand veld omgebouwd wordt of gerenoveerd moet worden.
Met de huidige techniek kunt u kiezen uit drie soorten kunstgrashockeyvelden, namelijk: zandgevulde velden, semi-watervelden en watervelden. De kosten lopen flink uiteen tussen de verschillende soorten kunstgrasvelden. Het goedkoopste type is een zandgevuld veld, waarbij de kosten tussen de € 55.000 en € 65.000 liggen. Ondanks de relatief lage prijs gaat een zandgevuld hockeyveld wel het langste mee van alle soorten met een levensduur van gemiddeld 13 tot 15 jaar. De andere twee opties, semi-watervelden en watervelden, liggen dichter bij elkaar met een prijs van € 95.000 tot € 105.000 respectievelijk € 105.000 tot € 125.000. Ook qua levensduur ontlopen deze soorten elkaar minder met 11 tot 12 jaar versus 10 tot 11 jaar.
Op het hoogste niveau hockey speelt men alleen nog op watervelden. Hierbij is het gebruik van zand om de kunstgrasmat bespeelbaar te houden verleden tijd, en daarmee ook de bijbehorende schaafwonden en brandwonden. Vanwege de hoge aanschaf prijs, de kortere levensduur en het hogere onderhoud zijn deze matten helaas niet voor ieder budget geschikt. Als tussenoplossing, om niet volledig op zand te hoeven spelen is er ook het semi-waterveld. Hierbij wordt een combinatie van zand en water gebruikt om het veld speelbaar te maken.
De lengte van de grassprieten verschilt veel tussen de zandgevulde- en watervelden. Bij zandvelden is een lengte van zo’n 26 mm gebruikelijk terwijl watervelden vaak kortere (en dunnere) sprieten hebben van zo’n 13 mm lang. Hoe meer grassprieten er op een vierkante centimeter zitten, hoe soepeler de bal rolt, vandaar dat topclubs over het algemeen voor dunne korte grassprieten kiezen.