De gedemilitariseerde zone tussen Noord- en Zuid Korea is het meest zwaar bewaakte grensgebied ter wereld. President Bill Clinton noemde het eens ‘de engste plek op aarde’. Ook president Trump zei: “Als je over een grens spreekt, is dát wat ze nou een grens noemen. Niemand komt erdoorheen.” Het was daarom ironisch te noemen dat de onconventionele president nog geen dag later over diezelfde grens stapte alsof het een verkeersdrempel was. Voor het eerst heeft een zittende Amerikaanse president voet gezet in Noord-Korea. Een historische gebeurtenis die onterecht werd overladen met hoon en kritiek.
De ontmoeting tussen de leiders was – met ruim een uur – langer dan gepland. Na de mislukte VS-Noord Korea top in Hanoi in februari, hebben de leiders nu besloten dat hun beleidsmakers een deal moeten uitonderhandelen. De inzet blijft voor beide kanten hetzelfde: Voor de Verenigde Staten om de nucleaire dreiging van Noord-Korea te stoppen. Voor Noord-Korea internationale erkenning en economische groei.
Uiteraard kwam er flinke kritiek op Trump’s spontane ontmoeting. Presidentskandidaat voor de Democratische partij Joe Biden noemde Trump een “dictator knuffelaar”. Politicoloog Victor Cha van de Georgetown Universiteit vond het “theatrale reality-tv en nepdiplomatie”. En er waren de talloze mensenrechtenactivisten die vinden dat je überhaupt niet met Kim moet praten.
Het is opvallend dat al dat negatieve commentaar niet wordt voorzien van een alternatief. Hoe zou President Trump volgens hen met de nucleaire dreiging van Noord-Korea om moeten gaan? Het geschreeuw langs de zijlijn verandert na het stellen van die vraag abrupt in een oorverdovende stilte.
Het enige alternatieve beleid werd namelijk gevoerd door Trump’s voorganger Obama. Die leunde achterover onder de noemer “Strategisch Geduld”. Voornamelijk multilaterale sancties moesten het brute regime van Kim op de knieën doen krijgen. Het tegenovergestelde gebeurde. Noord-Korea kon rustig doorbouwen aan de kernwapens en de intercontinentale raketten. En de mensenrechten zijn geen steek verbeterd.
Trump gooit het daarom over een andere boeg. Economische druk zal – mede door het isolationisme van Noord-Korea – er namelijk nooit toe leiden dat Noord-Korea zal toegeven. Na zeven decennia van mislukt beleid blijkt dat wel. Het apathische “gewoon wachten”-beleid is niets minder dan lui wensdenken.
Er zijn anderen die wel voorstander zijn van Trump’s beleid. Niet de minste is de progressieve Zuid Koreaanse president Moon – een voormalig mensenrechtenadvocaat. Hij ziet in diplomatie en toenadering de enige weg uit de Koreaanse impasse. De ontmoeting was dan deels ook op zijn initiatief.
Uiteraard is Trump’s beleid niet ideaal. Trump en Kim hebben de verwachtingen hooggespannen. Een teleurstelling zoals de top in Hanoi zal daardoor lastig te verteren zijn. Velen denken ook dat het bezoek van Trump aan Kim slechts een foto-moment was voor zijn ego. Feit is echter dat de beleidsmakers van de Verenigde Staten, Noord-Korea en Zuid-Korea na een onderhandelingsimpasse van maanden weer aan de bak kunnen. Alleen dat al maakte het korte bezoek van Trump aan Noord-Korea wél belangrijk.