Politiek

Ferd Grapperhaus informeerde Tweede Kamer verkeerd over Julio Poch

03-07-2019 16:45

Met updates – Nederlandse rechercheurs hebben in 2008 wel degelijk met de Argentijnse justitie gesproken over de uitlevering van Julio Poch. Dat schrijft minister van Justitie Ferd Grapperhaus (CDA) woensdag aan de Tweede Kamer. Dat is opmerkelijk omdat Grapperhaus dit in maart dit jaar ontkende na Kamervragen van D66. Grapperhaus schreef toen:

De gesprekken in Argentinië hadden geen betrekking op uitlevering, maar stonden in het teken van een verkenning van mogelijkheden om samen te werken in het opsporingsonderzoek. Deze werkbezoeken vonden plaats in overeenstemming met de instructie opsporingshandelingen in het buitenland en vormden voor een complexe zaak als deze geen ongebruikelijke gang van zaken.”

Deze woensdag komt Grapperhaus – die inmiddels beschikt over een verslag van de dienstreizen van de rechercheurs – op die woorden terug:

“Uit het verslag blijkt dat sprake is geweest van verkennende gesprekken waarin met verschillende Argentijnse gesprekspartners is gesproken over mogelijkheden van rechtshulp, de mogelijkheden met betrekking tot uitlevering daaronder begrepen.”

In januari 2008 voerden twee rechercheurs gesprekken met het toenmalige hoofd van de Nationale Rekenkamer in Argentinië. Dit werkbezoek was bedoeld als voorbereiding voor een latere dienstreis met een officier van justitie, in mei van datzelfde jaar.

Tijdens die dienstreis in mei 2008 bezochten rechercheurs, samen met de teamleider van het Team Internationale Misdrijven en de officier van justitie van het Landelijk Parket, een Argentijnse onderzoeksrechter, leden van het Argentijnse Openbaar Ministerie en vertegenwoordigers van het Argentijns Ministerie van Justitie. Daarnaast is gesproken met personen met specialistische kennis van de dodenvluchten. Het ging hierbij om een mensenrechtenactivist, een advocaat en een onderzoeksjournalist.

Volgens Grapperhaus heeft een vertegenwoordiger van het Argentijnse Ministerie van Justitie en Mensenrechten toen richting de Nederlandse delegatie ‘een expliciete voorkeur hebben uitgesproken voor uitlevering aan Argentinië ter fine van vervolging aldaar’.

Poch zat bijna acht jaar in voorarrest in Argentinië op beschuldiging van betrokkenheid bij dodenvluchten (1976-1983), maar werd in 2017 vrijgesproken.

Update 18.36 – Poch’s advocaat Geert-Jan Knoops wil toegang tot de inhoud van het reisverslag

Julio Poch’s advocaat Geert-Jan Knoops wil toegang tot de inhoud van het reisverslag. Dat laat hij woensdagavond weten aan TPO.

De brief van Grapperhaus ‘kan wederom een aanwijzing zijn dat Nederland al veel eerder dan we tot dusverre aannamen (mei 2008), betrokken is geweest bij het meedenken c.q. spreken met Argentinië over een uitleveringstraject, terwijl Nederland toen al wist dat er geen uitlevering door Nederland aan Argentinië mogelijk was’. Om te vervolgen: “Belangrijk is nu dat wij toegang tot de inhoud van het reisverslag krijgen, in verband met de aanstaande getuigenverhoren.”

De volledige reactie van Knoops onderaan dit artikel.

Update  17.42 – D66 wil weten of de minister van dienst op de hoogte was

D66 Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma laat aan TPO weten:

“Heel vreemd dat Nederlandse aanklagers hebben gepraat met Argentinië over uitlevering van Poch terwijl we helemaal geen uitleveringsverdrag hebben. Wat was de juridische basis daarvoor? Hadden ze daar toestemming voor? Was de minister van Justitie en Veiligheid op de hoogte?”

De volledige reactie van Knoops aan TPO:

“Geachte heer Paternotte,

Dank voor uw bericht. Intussen heeft de rechtbank op ons verzoek uitspraak gedaan en 5 van de 7 getuigen toegekend, waaronder het horen van oud-Minister van Justitie Hirsch Ballin. Deze uitspraak kunt u vinden op rechtspraak.nl en dateert van 24 juni 2019. De getuigenverhoren zullen waarschijnlijk in het najaar van dit jaar gaan plaatsvinden.

Heden heeft minister Grapperhaus overigens de Tweede Kamer geïnformeerd over een nieuw document dat is opgedoken, te weten een reisverslag van een tweede dienstreis van het OM in mei 2008, waaruit blijkt dat er wel degelijk toen uit Argentinië is gesproken over ook mogelijke uitlevering van de heer Poch.

De inhoud van de brief van Minister Grapperhaus d.d. 3 juli 2019 aan de Tweede Kamer kan wederom een aanwijzing zijn dat Nederland al veel eerder dan we tot dusverre aannamen (mei 2008), betrokken is geweest bij het meedenken c.q. spreken met Argentinië over een uitleveringstraject, terwijl Nederland toen al wist dat er geen uitlevering door Nederland aan Argentinië mogelijk was. De Staat heeft in de procedure die door de heer Poch is aangespannen trouwens gesteld dat men destijds met Argentinië heeft overwogen om het uitleveringsverdrag aan te passen, zodat men dhr. Poch alsnog uit Nederland kon uitleveren. Men was op zoek naar een “juridisch begaanbare weg”.

Hierbij komt dat meerdere anonieme bronnen aan RTL en Arends (Argos) hebben gezegd dat men op het departement de zorg uitte dat de gekozen handelwijze van de Staat niet een verkapte uitlevering zou opleveren; een handelwijze die op gespannen voet staat met het internationaal recht. RTL en Argos hebben van deze bronnen melding gemaakt. Dit alles vormt ook een aanwijzing dat Nederland heeft meegewerkt aan een constructie om Poch te doen uitleveren.

Opmerkelijk is dat het politiedocument van Argos geheel niet wordt genoemd door de Minister. De zoekslag naar stukken is dus nog steeds niet compleet. Er moeten meer stukken zijn.

Belangrijk is nu dat wij toegang tot de inhoud van het reisverslag krijgen, in verband met de aanstaande getuigenverhoren.

Met vriendelijke groet,

G.G.J.A. Knoops”

Lees ook – Dossier Julio Poch