Mailtje gisteravond van mijn broer Jan.
“Hij is niet dood, hij leeft! Frenske gaat Frau Von der Leyen eens goed aan de tand voelen over haar plannen met hem en dan zal meneer er rustig over nadenken of hij eventueel bereid is zitting te nemen in de Europese Commissie, of lekker aan de wachtgeldtiet gaat lebberen. En hij vergelijkt zichzelf met Dylan Groenewegen, de favoriet voor het eerste Nederlandse Tour-geel sinds Eric Breukink. Die viel ook vlak voor de finish. LOL. Wat is het toch een narcistisch zwijn. En geen woord over dat hij bij een nederlaag in het Europees Parlement zou gaan zitten hè, geen woord. Al moet ik toegeven: daar vroeg die verslaggever van de Staatsomroep ook niet naar.”
Pfffff…
Wat een zure witte man is mijn broer toch, hè?
Nee, dan ik.
Ik was zó blij dat je nog leefde!
Dat je niet door een stel van die Hongaarse of Poolse neo-nazi’s naar de hemel was geschoten, om herenigd te worden met je mijnwerkersvoorgeslacht.
En ik was zó trots dat je je zo snel herpakt had!
Dat je binnen vijf dagen nadat je van die ondemocratische regeringsleiders een mes in je rug had gekregen al een uitgebreid interview gaf om die naaistreek rustig en zonder enige rancune te evalueren.
En ik vond het zó stoer dat je meteen vooruit keek!
Dat je duidelijk maakte dat je als eerste, hoogste, beste, grootste Eurocommissaris bij die mislukte Duitse Defensieminister alle belangrijke beleidsterreinen ging opeisen en dat je zo veel effectiever voor de eenwording van Europa kon zijn dan als fractievoorzittertje van de federaal-socialisten in het Europees Parlement.
En ik vond het zó goed dat je jezelf met een groot sportman vergeleek!
Dat je ook voor de gewone mensen, die eerder de sport dan de politiek volgen, duidelijk maakte wat jou was overkomen. Al had je misschien beter Sven Kramer en ‘die tien kilometer’ als voorbeeld kunnen nemen. Torenhoog favoriet. Met afstand de beste. Keihard getraind. Van kinds af aan elke seconde gedisciplineerd toegeleefd naar dat ene moment. Tijdens de race elke klap raak. En dan blind vertrouwend op iedereen die jou al die jaren heeft mogen helpen op weg naar het ultieme goud – en door Gerard Kemkers de verkeerde bocht in worden gestuurd.
Jouw Gerard Kemkers heet Mark Rutte.
Ja, goede Frans, ik twijfel er niet aan dat Rutte écht hoopte dat je voorzitter van de Europese Commissie zou worden.
Zeker na de Europese verkiezingen.
Want Rutte heeft ook gezien dat jij als enige in staat bent om de PvdA weer de grootste partij van dit land te maken. Dat jij in staat bent om de arbeiders, die de afgelopen jaren gevlucht zijn naar de VVD, de SP en de PVV, terug in het rode nest te krijgen.
Zoals jullie in Heerlen in het mijnwerkerscafé zeggen: “Die schijt alleen nog zwarte stront.”
Jij, en jij alleen, kunt Mark Rutte bij de komende Tweede Kamerverkiezingen slopen.
Je kunt de nieuwe Drees worden.
Vadertje Frans.
Dat weet ik. Dat weet jij. Dat weet Rutte.
Dus dat je er voor kiest om niet terug te keren naar Den Haag om Rutte af te straffen omdat hij zijn collega’s jou vlak voor de finish ten val liet brengen, maar besluit om je op te offeren voor het Europese ideaal, in een rol waarin je ondergeschikt bent aan nota bene een vróuw, eentje die jouw schoenveters nog niet mag strikken, neemt mij extra voor je in.
Ik ben niet zo van de tattoos, maar áls ik een tattoo zou nemen, dan nam ik een Frans.
Recht voor mijn rood kloppend hart.
Held!
Groetjes,
Kees
PS. Waarom gaf jij vorig voorjaar in godsnaam een exclusief interview aan mijn broer voor dat nare krantje? En ik begreep óók nog een donatie?