Femke Merel van Kooten, het Tweede Kamerlid dat eerder deze week opstapte bij de Partij voor de Dieren, stelt in het AD dat de partij zich in meerdere opzichten niet druk maakt over futiele mensendingen. Volgens haar is de sfeer in de partij goed verziekt. “De partij maakt zich niet druk om mensen.”
In een interview met de krant zegt ze dat de partij “medewerkers opbrandt, want die kun je het best zo goed mogelijk uitbuiten”. Het is, zegt Van Kooten, symptomatisch voor de cultuur binnen de partij. “Ik heb tientallen medewerkers zien komen en gaan. De werkdruk is gigantisch. Marianne Thieme regeert de partij met ijzeren hand. Wie niet hard genoeg werkt, moet het veld ruimen.”
De werkdruk is niet de reden dat ze uit de partij stapte. De bekende druppel kwam, toen Thieme in mei 2018 zei dat de partij te veel op een mensenpartij ging lijken. “We moesten meer actievoeren en terug naar de kern: dier, natuur en milieu”, vertelt Van Kooten in het interview.
Van Kooten, die in de Kamer het woord voerde over onder meer volksgezondheid, justitie en emancipatie, botste steeds vaker met Thieme en voelde zich steeds meer een “paria” binnen de partij. Dus besloot ze op te stappen. “De Partij voor de Dieren is een gesloten fort en ik breek er nu uit.”
ANP