Het is Gay Pride: een week waarin de politiek altijd even van zich laat horen. Het evenement biedt een prachtig PR-moment in de nieuwsluwe zomer waarbij partijen kunnen laten zien dat ze zich voor de LHBT-gemeenschap inzetten. Partijen varen mee met de botenparade en dit jaar doen ze dat voor het eerst gezamenlijk: de LHBT-netwerken van CDA, D66, PvdA, SP en VVD waren met een gezamenlijke boot van de partij.
Forum voor Democratie (FvD) is een partij in opbouw en heeft dus nog geen eigen LHBT-netwerk, laat staan een boot. Toch ziet ook FvD de Gay Pride als een mooie kans om te laten zien waar de partij voor staat: men kwam afgelopen week met een heus LHBT-manifest. De boodschap is hetzelfde als die van de traditionele partijen: LHBT’s zijn bij FvD van harte welkom. FvD heeft wel een andere visie dan andere partijen, maar dat wil niet zeggen dat de partij LHBT’s geen warm hart toedraagt. FvD schijnt zelfs een behoorlijke roze aanhang te hebben. Waarom toch?
Wat is de visie van FvD? In het manifest lezen we dat de partij tegen identiteitspolitiek is waarbij bepaalde groepen worden voorgetrokken. Dat creëert volgens de partij ongelijkheid. Etnische, culturele, religieuze en seksuele identiteiten moeten allemaal gelijk worden behandeld. Het voortrekken van groepen reduceert de leden ervan tot slachtoffers en miskent dat ze individuen zijn. Het zou meer moeten gaan over de gemeenschappelijke Nederlandse waarden. De ene groep aanwijzen als onderdrukker van de andere vindt FvD ‘ongezellig’.
FvD benadrukt dat elke staatsburger gelijke rechten heeft en wil iedereen op individuele kwaliteiten beoordelen en dus niet op groepskenmerken. Niemand wordt op voorhand gezien als hulpbehoevend. De overheid moet geen grote gelijkmaker zijn die ‘slachtofferschap’ moet gaan compenseren en moet ook niet aan quota, speciale behandeling of doelgroepsubsidie doen. Daarmee worden immers ook weer andere groepen achtergesteld. FvD steunt dus geen speciale LHBT-convenanten, want ‘wat ons betreft is iedereen écht gelijk’. Eens zien hoe die visie uitwerkt.
In de Tweede Kamer heeft FvD geen duidelijke LHBT-koers. Voor een kleine fractie is dat ook nauwelijks verrassend. De meest relevante stemming over LHBT-kwesties van de afgelopen tijd ging over een verbod op homogenezing, waar FvD tegen stemde omdat zo’n verbod ‘juridische onzin’ zou zijn, niet omdat FvD voor zo’n therapie is. Het ging bij deze stemming om symboolpolitiek, maar daar is FvD bij andere onderwerpen dan weer niet vies van. Vreemd dus dat juist bij een LHBT-onderwerp FvD met bezwaren komt.
Wat FvD van het roze stembusakkoord uit 2017 denkt weten we niet: initiatiefnemer COC vroeg de partij niet om mee te tekenen omdat deze destijds op nul zetels in de peilingen stond. Toch is de kans groot dat FvD dit COC-akkoord niet getekend zou hebben: er staan maatregelen in zoals ‘een ambitieus LHBTI-emancipatiebeleid’ en specifieke aandacht voor LHBTI’s op school. Dat levert volgens het recente FvD-manifest allemaal ongelijkheid op. Of FvD voor een meerouderschapswet is, waar met name – maar niet uitsluitend – LHBT’ers om vragen, weet niemand.
Geheel in lijn met het manifest van deze week deed FvD in 2018 niet mee aan het Amsterdamse ‘regenboog stembusakkoord’ waarin acht partijen afspraken zich in te gaan zetten voor LHBT-kwesties. In dat akkoord staan veel maatregelen die LHBT-specifiek zijn zoals voorlichting, deskundigheidsbevordering, onderzoek en evenementen. Dat creëert volgens FvD ongelijkheid. De grote vraag is natuurlijk: stel dat er op dit moment wel ongelijkheid is tussen LHBT’s en hetero’s, mag daar dan van FvD iets aan gedaan worden? Of houdt FvD die ongelijkheid dan liever in stand?
In tegenstelling tot het manifest van deze week wil FvD in haar Amsterdamse manifest wel LHBT-specifiek beleid: lokhomo’s, LHBT-specifieke politiesurveillance en specifieke registratie van LHBT-geweld. Vreemd, want volgens het recentere manifest leidt zoiets tot ongelijkheid. Wanneer FvD wel en geen specifiek beleid voor LHBT’s wil, is al met al onduidelijk. In feite kan FvD zowel manifesten uit de kast trekken die zowel voor als tegen specifiek LHBT-beleid pleiten, afhankelijk van wat de partij het beste uitkomt.
Want hoe zit het als het vaststaat dat er ongelijkheid is? In het Europees Parlement zit FvD in de ECR-fractie die wordt aangevoerd door de Poolse partij PiS. Deze partij draagt actief homofobie uit. De samenwerking tussen PiS en FvD betekent niet dat de partij van Baudet dezelfde standpunten heeft als PiS, maar veronderstelt wel inhoudelijke verwantschap. Dat is vooral omdat PiS de grootste nationale delegatie in de ECR-fractie is en daarmee vele malen bepalender voor ECR dan FvD. De partij van Baudet geeft daar legitimiteit aan.
Je zou over de vraag of LHBT-rechten in Nederland goed geregeld zijn van mening kunnen verschillen en dus ook over de vraag of specifiek LHBT-beleid nodig is. Maar in Polen is de situatie voor LHBT’s sowieso slecht. Vindt FvD dat er dan specifieke aandacht voor LHBT’s moet zijn? Verdient de LHBT-beweging in Polen steun? We horen Derk Jan Eppink er niet over. Als het lastig wordt, houdt FvD liever zijn mond dicht over gelijkheid en hebben LHBT-rechten geen enkele prioriteit.
Als FvD LHBT-rechten echt serieus neemt, kan ze dat prima bewijzen door de Poolse fractiegenoten in Brussel hier eens publiekelijk op aan te spreken. Rara waarom gaat FvD dat niet doen?