Was de voormalige Opel Zafira een handig busje, vermomd als personenauto.De nieuwe Opel Zafira Life is een busje, vermomd als busje, want dit is gewoonde Vivaro in burgeruitvoering. Niets mis mee, dit busje heeft genoeg buzz om zich heen om een succes te worden.
Goed, Renault kwam met het concept van de medium-MPV (de Scenic), maar Opel liep er mee weg, via de onsterfelijk succesvolle Zafira, die veel mobiliteitsvraagstukken voor families en hun sociale umfeld oploste. Er kon zomaar een half voetbalelftal in. Voor de hond was altijd plaats, terwijl paps ondertussen lachend meekwam met de adrenalinehengsten op de rechterbaan van de snelweg. Zeker met de OPC-uitvoering, die gepimpt was en over de 200PK op de planken bracht. Bovendien waren en zijn deze Opel Zafira’s betrouwbaar en storingsvrij: je ziet ze nog steeds bij bosjes hun taken trouwhartig verrichten. Inmiddels heeft het merk met de Blitz een nieuwe versie van de Zafira gelanceerd: de zogeheten ‘Life’.
Sinds Opel onderdeel is van het PSA-concern moet de designafdeling in Rüsselsheim inventief en praktisch samenwerken met die van Citroën en Peugeot. Bij de Opel Combo Tour pakte dat reeds verrassend goed uit, dat is een onvermoed puike familie-auto geworden, met een heuse Boeing-feel door de plafond-console. In der Beschränkung zeigt sich der Meister, zullen we maar zeggen. Bij de Vivaro-metamorfose tot Zafira Life pakt het ook verrassend geslaagd uit. Al voorspelen wij toch een meer zakelijk gebruik. Je zal hem veel zien met blauwe nummerplaten en als gerieflijke hotel-shuttle.
Dat ligt simpelweg aan de prijs: voor particulieren gaat ie bijna 57-duizend euro kosten, terwijl je hem met een KVK-notering al kan krijgen voor 31.499 euro. Je zou er bijna een bedrijf voor beginnen. Tróuwens, ben je ZZP-er met een (groot) gezin, dan is dit jouw auto. No brainer. En toegegeven, als autokenners zien wíj dat dit een Vivaro is, maar de gemiddelde weggebruiker, ziet dankzij fraaie bumpers en strategisch aangebrachte logo’s een strakke MPV. Uiteraard ging Opel bij het interieur vol op het orgel om de verschillen te benadrukken. Je kan een met leder bekleed stuurwiel krijgen, je kijkt naar een 7-inch touchscreen van het infotainment-systeem, er is een tweedelig panoramadak en de stoelen (die ook met leer bekleed kunnen worden) hebben niet alleen een verwarm-functie, maar kunnen de bestuurder en zijn passagiers ook nog eens masseren. Dat worden nog fijne taxi-ritjes!
De Lounge-uitvoering heeft onze voorkeur. Dan zit je in vier dikke zetels om een vergadertafel. Hoe het rijdt? Verrassend smooth en zeker op de snelweg is er nauwelijks verschil met de ‘luxewagen’. Dat zal iets te maken hebben met de aangepaste achteras, om hobbelen tegen te gaan. Met zijn 1.90 m. hoogte kan je trouwens ook de meeste parkeergarages in, zoals wij ondervonden rondom Frankfurt. Qua motoren is het overigens alleen diesel wat de klok slaat. Er zit een 2-liter in, die je met 150 of 170 PK kan krijgen. Zuinig is ie – gekoppeld aan een handbak met zes verzetten – zeker: wij haalden daar in Hessen zomaar 1 op 20!
Trouwens, als je even wacht tot 2021 kan je deze puike dieselbusin wisselen voor een elektrische versie, die Opel ook op de planning heeft staan.