Deze zomer was het goed raak. Er werd een recordtemperatuur gemeten in de gemeente Gilze en Rijen van 40,7 °C en het landelijk hitteprotocol trad in werking. Evenementen werden afgelast en uit cijfers van het CBS bleek dat er 400 ouderen meer waren overleden dan het gemiddelde aantal rond deze tijd. De Achterhoek en andere gebieden werden geteisterd door extreme droogte, waardoor gewassen zoals maïs en aardappelen verschraalden, bomen doodgingen en de fauna en flora een chronisch tekort aan water kregen. De media maakten melding van een sterke toename van dierplagen (muizen en ratten, buxusmot, eikenprocessierups, reuzenteek e.d.), treinrails en brugdelen die niet goed meer functioneerden, windhoosachtige taferelen en de stikstofproblematiek die bouwprojecten vertraagde. Het adviesrapport van de VN (IPCC) deed er nog een schepje bovenop met de mededeling dat we in ras tempo de vleesconsumptie moeten minderen, omdat we anders rond 2050 een wereldwijd probleem zullen hebben. Dit alles duidt erop dat klimaatverandering veel meer inhoudt dan de energietransitie die al de nodige hoofdbrekens kost.
De negatieve effecten van de klimaatverandering zijn goed zichtbaar en zullen de komende jaren desastreuze vormen gaan aannemen. De ecologische veiligheid is in het geding. Het is een veelomvattend vraagstuk dat ons allen raakt. De overheid, het bedrijfsleven en de burger. Het welzijn van mens en dier staat op het spel. Deze kwestie moeten we daarom als een veiligheidsprobleem aanpakken en niet zien als een economisch vraagstuk. Het raakt de (ouderen)zorg, de land-, tuin- en bosbouw, de veterinaire sector, de verkeersinfrastructuur, evenementenveiligheid en nog veel meer. Dat rechtvaardigt een departementaal overstijgende crisisaanpak in plaats van gepolder met talloze commissies die langs elkaar heen werken zonder enig urgentiebesef.
Een effectievere aanpak kan worden gerealiseerd met een Taskforce klimaatverandering die een masterplan opstelt en het Kabinet adviseert over te nemen maatregelen. In deze taskforce moeten topambtenaren van de verschillende departementen, captains of industry en wetenschappers van kenniscentra worden opgenomen. Daarmee krijgt de aanpak een ‘gezicht’, kunnen heldere beleidsuitgangspunten worden geformuleerd, is sprake van een geïntegreerde aanpak en wordt een sense of urgency gerealiseerd. Deze taskforce, onder aanvoering van een gezaghebbend leider, kan binnen de kaders van wet- en regelgeving slagvaardige besluiten nemen. Ook de communicatie en informatievoorziening vinden plaats vanuit deze taskforce. De bewustwording en acceptatie onder de bevolking zal daardoor toenemen. De belangrijkste uitdaging waar de taskforce voor komt te staan is een mentaliteits- en gedragsverandering van de mens. Het zal moeilijk zijn onze levensstijl aan te passen ten bate van een betere leefomgeving van ons nageslacht.
Dat een dergelijke crisisaanpak prima werkt, bleek in 1999 toen we werden geconfronteerd met een potentiële crisis rond de millenniumproblematiek. In Nederland is toen een multidisciplinair millenniumplatform onder leiding van voormalig Philips-topman Jan Timmer ingesteld. Dat platform ondersteunde het kabinet en de samenleving. Het bleek een succesformule, die we ook bij de kredietcrisis en de aardbevingsproblematiek in Groningen hadden moeten hanteren.
In Nederland zijn we niet zo goed in het leren van ervaringen uit het verleden. Laten we dat nu wel doen. De problematiek van de klimaatverandering is sluimerend, complex en onderschatting ligt op de loer. Als je vindt dat iets een (potentiële) crisis is, handel daar dan ook naar en hanteer daarbij een gerichte aanpak. Iedereen zal daarvan de vruchten gaan plukken. De tijd dringt. Het zou fantastisch zijn als de Taskforce per 1-1-2020 in werking kan treden en dan maar hopen dat goed voorbeeld goed doet volgen in het buitenland.