Zal het wat worden met de partij van Henk Otten? Nu een kwart van de FvD-Senaatsfractie een nieuwe partij gaat vormen is het verleidelijk te praten over de electorale mogelijkheden van deze nieuwe FvD-concurrent. U kent die verhaaltjes wel: afsplitsingen mislukken eigenlijk altijd, met uitzondering van een enkeling als Geert Wilders. Ook wordt het wel een beetje druk op rechts: bij de volgende verkiezingen hebben we CDA, VVD, SGP, PVV, FvD én Otten. Het zal moeilijk worden een uniek verhaal voor de nieuwe partij te formuleren.
Maar dat wil niet zeggen dat de nieuwe partij mislukt: in 2017 werden de kansen van FvD om de Tweede Kamer te bereiken laag ingeschat – ook door ondergetekende – en werd pas vrij kort voor de verkiezingen duidelijk dat Baudet stemmen kon halen. Wat dat betreft zeggen voorspellingen weinig. Het politieke landschap is instabieler dan ooit en dus kunnen FvD-kiezers onder de juiste omstandigheden zo in Otten-kiezers veranderen. Als Otten een goede lijsttrekker vindt en Baudet flink blundert kan er veel gebeuren. Blunderen doet Baudet al aan de lopende band.
Voorlopig is de electorale relevantie van Otten niet zo belangrijk. We moeten niet kijken hoeveel zetels Otten in 2021 kan halen, maar wat hij al vandaag bereikt: er is een alternatief ontstaan voor iedereen die kritiek heeft op de boreale praat van Baudet, zijn rare essays over vrouwen, zijn gebazel over de deep state, zijn ondoordachte geschreeuw om een Nexit, zijn contacten met racisten, zijn Europese vrijage met Poolse homofoben, zijn retweet van de identitaire beweging en zijn jongerenorganisatie waar zijn eigen beleidsmedewerker alt right achtige teksten uitslaat.
Als je het FvD-programma steunt van minder migratie, minder EU en minder klimaatbeleid, had je weinig te kiezen. Traditionele partijen werken de huidige EU niet tegen, doen enthousiast mee aan het klimaatbeleid en sluiten de grenzen ook niet. Alleen de PVV is voor FvD-kiezers wellicht een alternatief, maar voor velen is de glans van Wilders af: het is duidelijk dat hij nooit zal besturen en roepend aan de zijlijn blijft staan. FvD was dé hoop op een plaats aan de bestuurstafels. Die hoop is inmiddels alweer vervlogen, waarmee per definitie ruimte ontstaat voor iets anders.
‘Je kunt het nooit met alles van een partij eens zijn’, zeggen enthousiaste partij-aanhangers altijd. Dat zeggen GroenLinks-leden bijvoorbeeld als het gaat om rare moties over de BDS-beweging, SP-aanhangers die het migratiestandpunt van hun eigen partij niet begrijpen en PVV-kiezers die vinden dat de islamkritiek van Wilders wel een tandje minder mag. Dit zijn het soort compromissen die je als aanhanger moet sluiten om bij een partij te blijven horen: hopen dat iedereen de minpunten vergeet en dat de rest van de partijstandpunten wordt gerealiseerd.
Bij FvD is dat niet anders: je kunt vinden dat er veel te veel macht naar Brussel gaat en Nexit toch een slecht idee vinden. Je moet nu eenmaal compromissen sluiten, dus stem je op een EU-kritische partij en hoopt dat het allemaal niet te gek wordt. Op dezelfde manier zullen FvD’ers die minder migratie willen, blijven volhouden dat de Baudet-vrijages met alt right en uitspraken over ‘een dominant blank Europa’ niet zoveel voorstellen. En zo moeten ook progressieve LHBT’ers die zich druk maken over de multiculturele samenleving de sympathie van Baudet voor de SGP bagatelliseren.
Door Otten komt er nu een partij die erg op FvD lijkt. Het belang daarvan is vooral groot voor de huidige FvD-politici. Opeens hebben zij helemaal geen reden meer om alle boreale praat van Baudet – die ze sowieso continu aan hun omgeving moeten uitleggen – klakkeloos te slikken: ze kunnen overstappen naar een redelijk alternatief waar men niet heult met allerlei vormen van extremisme.
Het gaat nu niet om de vraag of kiezers de partij van Otten weten te vinden of om de vraag of FvD-politici deze week massaal naar Otten overstappen. De kern is dat de interne dynamiek bij FvD door Otten kan veranderen. Baudet kan met een extra concurrent niet meer alles maken: hij moet interne kritiek serieuzer gaan nemen, anders lopen zijn eigen politici weg. Dat proces is in Zeeland al begonnen waar een Statenlid voor zichzelf is begonnen en in Flevoland waar bij een Statenlid de twijfel is toegeslagen. Dat zal vaker gaan voorkomen als Baudet niets verandert. Aangezien Baudet tot dusver altijd onbuigzaam was, wordt het een spannende tijd.
Er is eigenlijk maar één reden om te denken dat geen enkele FvD’er ooit zal weglopen. Zolang FvD in de peilingen beter scoort dan Otten, kan Baudet de meeste baantjes uitdelen. Dat zal veel FvD’ers voorlopig wel koest houden. Maar of ze dat op langere termijn ook doen, is maar zeer de vraag.