“Den Haag geschokt door onthullingen salafistisch onderwijs”, schrijft de Telegraaf op 10 september 2019. VVD en ChristenUnie (CU) willen salafistische weekendscholen aanpakken, gaat het bericht verder. “De onderwijsinspectie moet voortaan in de gaten houden of kinderen daar niet wordt geleerd zich van de Nederlandse samenleving af te keren, vinden de beide regeringspartijen. Nu heeft de inspectie nog niets te zeggen over onderwijs dat buiten reguliere scholen plaatsvindt.”
Goed punt natuurlijk.
Het bericht gaat verder met de stelling dat de leider van de VVD in de Tweede Kamer, Klaas Dijkhoff, en zijn CU-collega Gert-Jan Segers zijn ‘geschrokken’ van onderzoek van Nieuwsuur en NRC Handelsblad naar een vijftigtal van zulke radicaal-islamitische moskeescholen in ons land. Want wat gebeurt daar?
“Daar krijgen kinderen bijvoorbeeld te horen dat niet-moslims de doodstraf verdienen, melden het actualiteitenprogramma en de krant. Zo’n duizend kinderen zouden er na schooltijd en in het weekend bijlessen volgen.”
En dan realiseer je je ineens dat we al twintig jaar dit soort onthullingen horen. Al twintig jaar brengt de AIVD rapporten uit met min of meer dezelfde strekking. In 2004, het jaar waarin Theo van Gogh werd vermoord, kwam de AIVD met de AIVD-nota Van Dawa tot Jihad: De diverse dreigingen van de radicale islam tegenover de democratische rechtsorde (Kamerstukken II, 2004-2005, 29 754, nr. 4). Daarin staat min of meer hetzelfde als wat NRC Handelsblad en Nieuwsuur nu naar boven hebben gehaald. Al twintig jaar zijn politici daarover ‘geschokt’ en ‘geschrokken’, maar die schrik leidt nooit tot maatregelen die een verandering brengen in de situatie.
Intussen proberen de topambtenaren van het ministerie van Justitie hun collega’s van het OM te bewerken om toch vooral Geert Wilders te vervolgen. Immers zijn opmerkingen over Marokkanen zouden ‘kwaadaardig’ en ‘racistisch’ zijn. De voormalige minister van Justitie (Opstelten) blijkt dat niet te weten. De huidige minister van Justitie (Grapperhaus) en de premier (Rutte) verschuilen zich achter de uitvlucht dat zij ‘geen commentaar’ mogen geven want de zaak is ‘onder de rechter’. Een uitvlucht, want een minister kan toch aangeven dat ambtenaren geen mailtjes mogen schrijven naar het OM zonder hun goedkeuring? Daar heb je toch geen rechter voor nodig om dat vast te stellen? Sterker, een minister heeft zich te verantwoorden voor wat zijn ambtenaren doen. Daar gáát een rechter helemaal niet over.
Maar ik wil even nu even weg van de staatsrechtelijke kant van dit probleem en de aandacht vestigen op iets anders. Zou het kunnen dat het ‘racismegedram’ van onze ‘topambtenaren’ toch een onvoorzien effect heeft? En dat de overgrote meerderheid van onze politici denkt: laat ik me maar stil houden. Laat die salafisten hun gang maar gaan. Wie er iets van zegt, wordt voor racist uitgemaakt en als je pech hebt krijg je nog een procedure aan je broek.
Als dat zo is dan betekent het dat we een ambtenarenprobleem hebben. Een probleem van De Vierde Macht. De ambtenaren hebben politiek correcte rommel tussen hun oren en dat maakt een consistent integratiebeleid onmogelijk. Al twintig jaar lang. Minstens.