Al tientallen jaren is Thurston Moore bezig om met klanken en technieken van de elektrische gitaar muzikale grenzen te verkennen. Het was met zijn eigen Sonic Youth waarmee het allemaal begon aan het begin van de jaren tachtig. De band uit New York beschouwde rockmuziek niet als een stijl die vast lag maar als een uitdaging om het genre verder te onderzoeken en uit te diepen. Met een afwijkende gitaarstemming, of door de snaren in een ander volgorde op de hals te zetten, ontstonden songs, of wat er nog van over was, die balanceerden tussen melodie en noise. Bovendien lieten Sonic Youth en Moore zich veelvuldig inspireren door andere kunstvormen dan alleen rockmuziek. Beeldend kunstenaars maakten hoezen en video’s, een albumtitel als A Thousand Leaves refereerde aan een dichtbundel van Walt Whitman.
Maar het was de muziek van componist en dirigent Glenn Branca die met name Thurston Moore blijvend zou beïnvloeden. Spirit Counsel is hiervan het zoveelste bewijs. De drie uitgebreide werken, verdeeld over even zoveel cd’s, zijn niet alleen één groot eerbetoon aan de volumecrescendo’s van de in 2018 overleden Branca, ze bewijzen vooral eer aan het geluid van de elektrische gitaar.
Daarom is het begin van dit drieluik zo verrassend. Thurston Moore zoals we hem niet kennen. De eerste geluiden hebben iets weg van een meditatie! Ze vormen de opmaat voor muziek die voortdurend in beweging blijft dankzij een in elkaar grijpend mozaïek van klankkleuren. Wat het pas echt spannend maakt is dat de ‘compositie’ weloverwogen klinkt, de noise ronduit intens is, maar dat je geen moment het idee hebt welke kant het ruim een uur durende werk op gaat. Moore moest de akkoorden er speciaal voor uitschrijven, iets wat hij bij Sonic Youth nooit heeft gedaan. De noise vormt slechts een klein onderdeel van het ambitieuze stuk waarin de gitarist en zijn ‘guitar army’ zo’n beetje alle mogelijkheden van het instrument benutten. Tegen het einde ontbrandt een bijna onheilspellend inferno gevolgd door klanken die beschouwend en reflectief zijn. Kortom, een thematisch aandoend ‘muziekessay’ dat grote indruk maakt en tot het beste behoort dat Thurston Moore ooit heeft opgenomen. De titel Alice Moki Jayne verwijst naar muzikante Alice Coltrane, naar kunstenares Moki Cherry en naar dichteres Jayne Cortez. Alledrie getrouwd met een invloedrijke jazzmuzikant; respectievelijk John Coltrane, Don Cherry en Ornette Coleman. Volgens Moore hadden de vrouwen geen last van de faam van hun echtgenoot, maar waren het door “feminist energies” gedreven kunstenaars met een persoonlijke levensstijl.
Aan 8 Street Spring in New York bevond zich het appartement waar Glenn Branca auditie hield. Moore reageerde destijds op een oproep aan gitaristen die bereid waren te spelen in “weird tunings”. Tijdens zijn bezoek om een keer mee te mogen repeteren, wees de componist hem op een raamventilator waarvan het gezoem “boventonen” voortbracht; geluid met een frequentie die hoger ligt dan waarneembaar voor het menselijke gehoor. Branca wilde dit in de praktijk brengen door gitaarensembles onder oorverdovend volume en resonanties ook dergelijke bijtonen te laten creëren. “Heavymetal voor intellectuelen” volgens een journalist. Het adres is de titel van een werk dat rustig begint maar al snel omslaat in een draaikolk van decibellen, om daarna weer terug te grijpen naar momenten van ‘inkeer’, waarin Moore slag- en sologitaar afwisselt in een herhalende lus. Een prachtige, bijna intieme hommage van Moore aan zijn leermeester.
Galaxies is geïnspireerd op een gedicht van Sun Ra die, evenals de eerder genoemde kunstenaars een symbool is van de tegencultuur. De gitarist van Sonic Youth koestert een persoonlijke herinnering aan de vrijzinnige jazzmuzikant. Na afloop van een optreden fluisterde deze in het oor van een toen nog piepjonge Moore: “Play the Cosmos Song”. Galaxies, uitgevoerd door twaalf gitaristen, begint en eindigt met wat lijkt op het nabootsen van gerammel met stukken ijzer. Tussen het gepiep en geknars ontvouwt zich wederom een monument voor elektrische gitaar, waarvan de textuur prikkelend laveert tussen noise, abstract minimalisme en soundscapes die doen denken aan My Bloody Valentine. Dat laatste is niet eens zo gek wanneer je bedenkt dat Deb Googe van deze band hier meespeelt. Ook dit is een ‘compositie’ die enerzijds weloverwogen klinkt, met dank trouwens aan de fijnzinnige spelbeheersing, maar tegelijk de indruk wekt spontaan en ter plekke tot stand te komen.
Aan het begin van de jaren tachtig verschenen nogal wat platen vanuit de punkgedachte om alles zelf te doen. Optredens werden door muzikanten geregeld, platen verschenen in eigen beheer binnen een netwerk van geestverwanten. In New York floreerde een undergroundbeweging met bands waar je nog nooit van had gehoord en waarvan je niet wist dat je ze goed zou vinden. Dat undergroundgevoel zit ‘m ook in Spirit Counsel. De muziek is radicaal en ingrijpend, tegendraads, soms veeleisend, en juist daardoor zo verrijkend. Het boxje met drie cd’s verschijnt via The Daydream Library Series, een bescheiden imprint van Thurston Moore en zijn vriendin, uitgever Eva Prinz. Andere delen uit de opnamesessie voor dit album zullen worden uitgebracht in drie in fanzines verpakte vinylsingles op hetzelfde label.
(Overigens was ook David Bowie een groot liefhebber van Sonic Youth en vooral van Glenn Branca’s The Ascension, dat hij noemde in een lijst met zijn meest favoriete albums.)
Thurston Moore – Spirit Counsel (3cd’s, The Daydream Library Series 2019)