Los van de vraag of het proces tegen Wilders wel of niet politiek gemotiveerd is, lijkt een herformulering van de trias politica de moeite van het overwegen waard. Dan is er straks niet alleen sprake van een modern en bouwtechnisch verantwoord Binnenhof, maar ook van een eigentijdse politieke structuur.
In theorie is er een verdeling van de politieke macht. Er is een uitvoerende, een wetgevende en een rechterlijke macht. Het zijn drie onafhankelijke systemen. Dat is een groot goed, maar het is deels fictie. Door de invoering van het regeerakkoord is er van een dualistisch stelsel van regering en volksvertegenwoordiging, zoals bedoeld in de grondwet, nog nauwelijks sprake.
Zijn officieren van justitie en rechters echt zo onafhankelijk van de regering als algemeen wordt aangenomen? Het proces Wilders laat zien dat het openbaar ministerie en de regering nogal met elkaar vervlochten zijn. Een regering kan kennelijk het openbaar ministerie dwingen tot vervolging en daarmee de kans op een gewenste veroordeling vergroten.
Rechters en officieren van justitie in spe worden gescreend. Aan hen worden hoge eisen gesteld. Minimaal een universitaire studie rechten, een relevante werkervaring in de advocatuur, het bedrijfsleven of bij de overheid. Daarentegen ontbreekt de publieke controle op benoemingen van rechters en officieren van justitie. Zowel door de volksvertegenwoordiging als door de burger. Hoeveel procent van alle rechters en officieren behoort tot de politieke partijen die doorgaans de betrokken minister leveren die verantwoordelijk is voor hun benoemingen?
Binnenskamers selecteert een sollicitatiecommissie kandidaat-rechters en officieren uit het eigen kring of uit het aanbod van buiten. Zonder morren zet de verantwoordelijke minister zijn handtekening onder de voordracht. Zo’n ‘blinde’ benoeming, die feitelijk neerkomt op coöptatie, heet de garantie te zijn voor het onafhankelijk functioneren van de rechtspraak. Niettemin ontbreekt de controle op de politieke band van een nieuw benoemde rechter of officier met de bewindsman van dat moment.
Hoe anders is het gesteld met de andere machten van de trias politica. Iedere kandidaat voor het Binnenhof wordt gescreend en in het openbaar tegen het licht gehouden door een politieke partij. Transparantie speelt in iedere stap van dit politieke proces een belangrijke rol. Deskundigheid en ervaring zijn ondergeschikt aan populariteit en geloofwaardigheid van de kandidaat. Uiteindelijk heeft de kiezer het laatste woord bij de samenstelling van het Parlement en daarmee indirect op de samenstelling van de regering.
De laatste halve eeuw kregen de uitvoerende en de wetgevende macht regelmatig te maken met een luidkeelse roep om meer inspraak, publieke controle en transparantie. De gekozen minister-president, de gekozen burgemeester, de door de Tweede Kamer benoemde kabinets-(in)formateur en het referendum zijn voorbeelden van die roep.
Het proces Wilders toont aan dat regering en Openbaar Ministerie te tegenstrijdige belangen kunnen hebben. De grondwettelijke onafhankelijkheid die voor de rechtspraak, de regering en de volksvertegenwoordiging geldt, zou daarom ook voor het Openbaar Ministerie moeten gelden. De invloed van de overheid op het openbaar ministerie en de rechtspraak zou verder kunnen worden teruggedrongen door een ander benoemingsbeleid. Dan zou de driepoot van de trias politica zomaar kunnen veranderen in een vierpoot.