Beste meneer Halsema,
De term ‘iemand voor de bus gooien’ gaat nog eens heel groot worden.
Volgens u en uw vrouw heeft De Telegraaf in augustus jullie 15-jarige zoon ‘voor de bus gegooid’, toen de krant onthulde dat binnen de politie gevreesd werd voor een doofpotaffaire. Jullie zoon had met een vriendje ingebroken in een woonboot en was in het bezit van een verboden wapen en messen en toen De Telegraaf van de zorgen bij de politie hoorde, sprong de krant er bovenop.
Zelf gooide u anderhalve maand eerder ook iemand ‘voor de bus’: de gederadicaliseerde jihadist Jason Walters. Hij wilde per se onherkenbaar gemaakt worden in uw nieuwe documentaire ‘The Good Terrorist’, u had hem ook toegezegd dat u die eis zou inwilligen, maar u bracht hem in de Deense versie gewoon herkenbaar in beeld. Vrij gevaarlijk in die kringen, maar uw geldingsdrang was blijkbaar groter dan uw betrouwbaarheid.
En vandaag komen we de term ‘voor de bus gooien’ wederom tegen, namelijk in een ontluisterend interview dat u gaf aan NRC.
U gebruikt ‘m voor De Telegraaf en uw zoon, maar in dat interview gebeurt iets heel anders: u gooit uw eigen vrouw, de burgemeester van Amsterdam, voor de bus.
Blijkbaar was NRC er achter gekomen dat het ‘(verboden) nepwapen’ waarmee jullie zoon was aangetroffen niet zomaar een goed gelijkend klappertjespistool was, maar een echte revolver, die onklaar was gemaakt en die hij van u had ‘geleend’ toen hij op 15 juli de straat op ging.
U hád kunnen volstaan met een bevestiging aan NRC en kunnen beweren dat het een rekwisiet was dat u tijdelijk bewaarde omdat u het voor een film nodig had. De Imanuelle Grives-methode, zeg maar.
Maar dat deed u niet.
Uw ego won het van uw verstand.
U ging met twee NRC-verslaggevers in een bruin café zitten en liep volledig leeg.
U vertelde dat u uw vrouw toen ze u belde over de arrestatie van jullie zoon niet meteen zei dat het uw wapen was. “Het grappige is, in alle commotie heeft niemand gevraagd: ‘Waar komt dat wapen vandaan?’”
U vertelde dat uw vrouw niet wist dat u dat wapen in de ambtswoning verstopt had.
U vertelde dat uw vrouw wilde dat u terug kwam uit Bangkok, waar u voor werk was, om de rest van het gezin bij te staan, maar dat u dat weigerde. “Ik ben nog twaalf dagen in Bangkok gebleven. Ik heb het weggestopt en heb me volledig op m’n werk gestort. Ik heb gedacht: ik zie wel wat ik straks aantref thuis.”
U vertelde dat u niets weet van het verhoor van uw zoon, omdat u het er (twee maanden later…) nog niet met uw vrouw en uw zoon over heeft gehad.
U vertelde dat u, terwijl uw vrouw haar beruchte ‘brief aan alle Amsterdammers’ zat te tikken, rustig was gaan slapen.
U vertelde dat uw vrouw in die brief niet schreef over het feit dat het úw wapen was die in háár ambtswoning had gelegen, omdat er door de buitenwacht geen vragen werden gesteld over de herkomst. “Het was bij ons thuis ook geen discussie. Het tekent een beetje hoe wij in elkaar steken.”
U vertelde dat u het liefst een persconferentie had gehouden met uw vrouw en uw zoon. “Die jongen in een mooi pak.”
U vertelde dat uw vrouw, die De Telegraaf samen met u verweet en verwijt jullie zoon ‘voor de bus te hebben gegooid’, met haar woordvoerder en advocaat Peter Plasman anders besloten. “Dan ben ik geen factor van belang – en dat snap ik ook.”
U vertelde dat u en uw vrouw deze kwestie nooit hebben uitgesproken. “Ze heeft nog niet geroepen: ‘Paardenlul, hoe kún je nou…” Ze kan dat wel zeggen, maar dan zeg ik tegen haar: ‘Dit is gewoon mijn werk. Flikker op met je ambtswoning!’ Dat is de ruzie die we nu beiden uit de weg gaan.”
U vertelde, lachend, dat u over het meenemen van een Kalashnikov naar de ambtswoning door deze hele affaire “wat beter zou nadenken”.
Tenslotte: u vertelde dat als uw vrouw had geweten van dat wapen in de ambtswoning, ze zou zijn gaan gíllen. En ze zou gezegd hebben: “Dit is reden voor ontslag.”
Dit NRC-verhaal stond gisteravond al online.
Ik ben nu benieuwd naar twee dingen.
Ten eerste: hoe sliep het bed in de logeerkamer?
Ten tweede: heeft uw vrouw haar nieuwe ‘brief aan alle Amsterdammers’ al af?
Groet,
JanD
PS. Het wachten is natuurlijk op uw boek. En niet te bescheiden doen, zelfs Jandino schreef een boek. En die kan, zo heb ik uit betrouwbare bron vernomen, niet eens lézen ;-)
Het dagelijkse ‘Briefje van Jan’ wordt mede mogelijk gemaakt door vaste maandelijkse donaties (via Back me) en door incidentele giften (via Bunq me).