Het arrondissementsparket in Haarlem heeft het strafdossier over het wapenbezit van de zoon van burgemeester Femke Halsema pas na de publicatie in De Telegraaf ontvangen van het Openbaar Ministerie in Amsterdam. Amsterdamse woordvoerders beweerden dat het strafdossier op dat moment al in handen was van Haarlem. De zaak was volgens hen eerder overgedragen om de schijn van belangenverstrengeling te vermijden. Ook Halsema zelf schreef in haar brief ’aan alle Amsterdammers’ dat de zaak reeds was overgedragen toen deze krant publiceerde over zorgen bij het opsporingsapparaat over een doofpot. Dat schrijft de krant dinsdag.
Het proces-verbaal van de zaak kwam op 14 augustus aan in Haarlem om de schijn van belangenverstrengeling te vermijden. Die ochtend had de krant de zaak onthuld, nadat bij politie, OM en Halsema naar de kwestie was geïnformeerd.
Robert Oey, de partner van Halsema, is ondertussen officieel als verdachte aangemerkt wegens het voorhanden hebben van een revolver. Hij is inmiddels uitgebreid verhoord.
Oey zou deze week verhoord worden, maar dat is vervroegd en het verhoor vond daardoor afgelopen vrijdag al plaats. De reden daarvoor is dat het OM kennis had genomen van het interview dat Oey had gegeven aan NRC Handelsblad, dat vrijdagavond verscheen.
In dat interview vertelde Oey dat het wapen waarmee de minderjarige zoon van Halsema en Oey aangehouden werd, van hem afkomstig was. Het betrof een echte, onklaar gemaakte revolver die in Duitsland is aangeschaft. De minderjarige zoon werd op 15 juli gearresteerd toen hij met vriendjes uit verveling een verlaten woonboot binnen was gegaan.
ANP/TPO