“Afscheidsbrief van een gescheiden vader”, was misschien toch te dramatisch als aanhef in de mail naar vrienden en familie. Zeker in de week van een gezinsdrama met dodelijke afloop. Al mocht de teleurstelling er best vanaf druipen, ik was wel klaar met (de meesten van) jullie, wat waren jullie toch stil het afgelopen jaar.
Maar de mail bleef onverzonden, een openbare oproep lijkt me beter. Al wil ik ook niet zo’n pathetische ‘dwaze vader’ worden die leeft bij de gratie van het grote onrecht, die van zijn gelijk een levensdoel maakt. Ik wil op een gewone manier verder met mijn leven, maar ik wil vooral aandacht van de zwijgende meerderheid. Dáár ligt de sleutel.
En oh ja, ik wil mijn dochters van 9 en 11 zien, die zitten een paar honderd meter verderop bij hun moeder. Zij huurde vorige maand een oppas in voor de week die ik had vrijgehouden om met ze op vakantie te gaan. Mijn ex bepaalt sinds onze scheiding, een jaar geleden, wanneer ik mijn meiden mag zien en vooral wanneer niet. Meestal is er een paar uurtjes omgang per week, als ze uit school komen en ze geen oppas kan vinden.
Voor de volledigheid dan maar, al wil je als buitenstaander vooral een hoop niét weten bij andermans scheidingsleed: ik heb geen drugs- of alcoholprobleem. Ik Heb mijn kinderen (en ex) nooit een haar gekrenkt. Als freelance journalist verdien ik niet genoeg om een goede advocaat te betalen, al zou ook die niets kunnen forceren zolang moeder geen rare dingen doet. Een rechter vindt dat ontwikkelde ouders er samen uit moeten komen en verwijst dan door naar een mediator…die mijn ex niet wil.
Een omgangsregeling wil mijn ex niet. En vanaf dat punt ben je als gescheiden vader overgeleverd aan de grillen van instanties. Ook die blijken boze moeders geen strobreed in de weg te leggen.
‘Dat kan toch niet zomaar allemaal?’, hoor ik regelmatig. Het kan dus wel. Zonder uit te weiden over ons geval, net als bij de meeste scheidingen hebben in de kern natuurlijk twee partijen schuld. Bij ons moest er via-via een gemeentelijke instantie voor ouderschapsbemiddeling aan te pas komen die ons probeert te helpen om afspraken te maken. Maar er is niemand die toeziet op de naleving ervan, dat geldt overigens ook voor gevallen waar wel een rechter aan te pas komt. Een kind kun je straffen, een ouder niet.
Natuurlijk kan ik een advocaat raadplegen of aangifte doen bij de politie, ik heb het allebei geprobeerd toen mijn ex vorig jaar zonder enig overleg de kinderen meenam op vakantie. “Heeft u de omgangsregeling bij zich?”, vroeg de agent. Nou nee, dat is nou juist het probleem, die wil mijn ex niet. “Dan hoop ik maar dat u een goede advocaat heeft.” Misschien is het verbeelding dat de agent achter de balie lachte naar z’n collega. Zelden voelde ik me zo machteloos.
De agent, de instantie en de advocaat hebben één ding gemeen: ze kunnen mij en duizenden andere vaders dus feitelijk niet helpen. Een tik op de vingers of een boete helpt misschien bij gedragsverandering in het verkeer, maar achter de muren van een huishouden gelden andere wetten. En er zijn er maar een paar die daar hun invloed kunnen laten gelden. Vrienden en familie, degenen die juist niet willen kiezen na een scheiding en daarom kiezen voor wijselijk zwijgen.
Kom op mensen, laat onze zelf geprezen mondigheid z’n werk eens doen. U weet wel, die ook complexe racismevraagstukken of seksediscriminatie doet kantelen in deze tijd. Waarbij ik het overigens als man trouwens niet zou moeten wagen, zomaar mijn kinderen mee op vakantie nemen. De macht van de moeder na een scheiding, dat is nog eens een taboe waar we geen raad mee weten.
De enkeling die mijn ex er wél op durft aan te spreken krijgt van haar te horen dat het zo beter is voor de kinderen. Dat ze dagenlang niet reageert op mijn berichten en telefoontjes vertelt ze er niet bij. Dat ze wettelijk verplicht is om een omgangsregeling te treffen ook niet. Ga daar maar eens aan staan, als welwillende vriend of familielid, als niet-professional. Overzie de puinhopen van dat vergane geluk, overwin de wraakzucht en gekrenkte trots maar eens.
“Weet je wat júllie moeten doen…”, krijg ik terug als ik dan eens een balletje opgooi. Maar die ‘jullie’ slaat nou juist de plank mis. ‘Jullie’ begint niet te gillen in bijzijn van de kinderen wanneer ik me weer eens meld. ‘Jullie’ reageert niet op de door mij voorgestelde omgangsregelingen.
Ik verwacht geen wonderen uit mijn omgeving, ik hoop alleen op een aanzet, doorbreek het stilzwijgen. Nergens zijn mensen mondiger dan in mijn Utrechtse biotoop, de tweeverdienerswijk met een jenaplanschool als fysiek middelpunt, waar ouders zich graag over van alles en nog wat uitspreken. Waar ook ik weleens met een boog ben heengelopen om zo’n hoopje scheidingsellende op het schoolplein. ‘Ach gut, daar heb je er weer eentje. Komt wel op z’n pootjes terecht, desnoods via Tinder.’
We leven in een verwende samenleving waar we gretig wijzen naar autoriteiten, waarvan we ook gretig de rechtmatigheid betwisten. Maar onze eigen verantwoordelijkheid nemen? Scheidingen zijn er het beste bewijs van: als het moeilijk wordt dan houden we liever onze mond. Niemand vroeg mij het afgelopen jaar waarom ik nog maar één keer per week op het schoolplein sta.
Mondige zwijgers, bespaar me uw medelijden, maar zeg er gerust eens iets van.