Het lijkt alweer een eeuw geleden, maar het is slechts zes maanden terug dat Forum voor Democratie (FvD) de Provinciale Statenverkiezingen won. Tijdens de uiterst succesvolle campagne beweerde FvD het beleid straks vanuit de Eerste Kamer helemaal te gaan veranderen. Het kabinet zou haar meerderheid in de Senaat kwijtraken en dan zou FvD eisen gaan stellen, zoals de grenzen dichtgooien, het klimaatbeleid aanpassen, de koopkracht verhogen en de Europese Unie mores leren. Een half jaar later is de grote vraag of we ooit nog wat van al die voornemens gaan horen.
Tijd dus voor een eerste bezoek aan de Eerste Kamer om te zien hoe het nu staat met de verandering van Nederland. Het is waarschijnlijk toeval, maar de eerste persoon die uw verslaggever hier treft is Senator Annabel Nanninga, die bij de ingang op haar collega’s staat te wachten. We begroeten elkaar hartelijk. Uw verslaggever begroet ook FvD-Senatoren Bob van Pareren en Lennart van der Linden. We hebben helaas maar weinig tijd om te met elkaar te praten, want de plenaire vergadering begint bijna. Uw verslaggever gaat op de tribune zitten.
In de Senaat refereert alles aan een rijke geschiedenis. De vergaderzaal is oud en dat blijkt niet alleen uit de wandbekleding. Hier kraakt de vloer, is de vloerbedekking versleten en maken de stoelen op de publieke tribune de indruk dat ze al veertig jaar niet zijn vervangen. Dit alles hindert niemand, want hier wordt maar één dag per week vergaderd.
Publieksgericht is de Senaat niet. Dit zien we aan de tribunes: deze zijn zo geplaatst dat je altijd maar de helft van de Senatoren kunt zien. Vanaf de publieke tribune zie je FvD en VVD, maar GroenLinks en D66 niet. Op de perstribune is het andersom. Er zijn weinig mensen die er last van hebben: op de publieke tribune zitten deze dinsdag tien mensen en op de perstribune zit uw verslaggever helemaal in zijn eentje. De geringe interesse is niet vreemd want de agenda staat vol hamerstukken en duurt volgens de planning slechts twintig minuten.
Bij aanvang van de vergadering lopen de Senatoren langs de voorzitter om hem de hand te schudden. Net als vrijwel alle Senatoren is de voorzitter erg onbekend: hij heet Jan Anthonie Bruijn en is van de VVD. De vergadering begint met een uitgebreide herdenking van de wederom onbekende Jacques Tonnaer, een oud-Senator van de PPR die in juni op 87-jarige leeftijd overleed. Bruijn vervolgt met allerlei benoemingen die voor kennisgeving worden aangenomen. We horen vooral namen van Tweede Kamerleden en die van een paar Senatoren. Zij zijn benoemd in onder andere de parlementaire vergadering van de Raad van Europa en de Interparlementaire Beneluxraad.
Dan komt het hoogtepunt: de goedkeuring van 37 wetsvoorstellen. Dit zijn allemaal hamerstukken die in één keer worden behandeld. Een debat is er niet over en stemverklaringen zijn er ook niet, behalve van de PVV, die tegen één specifiek artikel uit één van deze wetsvoorstellen is. We horen Senator Ilse Bezaan een verklaring voorlezen die we zonder kennis van het betreffende wetsartikel niet thuis kunnen brengen.
Dan slaat Bruijn met zijn hamer, zijn alle wetsvoorstellen aanvaard en is de vergadering afgelopen.
Uw verslaggever realiseert zich dat hij weinig van de Eerste Kamer begrijpt. Hij is waarschijnlijk de enige niet. Hoe werkt deze politiek? Tijdens de campagne voor de Provinciale Staten was de impliciete suggestie dat de Eerste Kamer eigenlijk een soort Tweede Kamer is, met hooguit wat minder bevoegdheden. Dat beeld staat heel ver van de werkelijkheid af. Hier wordt alleen vergaderd over wetsvoorstellen en dus niet over beleid. Zolang wetten niet veranderd worden gebeurt hier sowieso niets. Opgewonden debatjes over de actualiteit bestaan hier niet.
Maar ook als een wet wordt gewijzigd is hier publicitair weinig te halen. Een wetsvoorstel komt binnen bij een parlementaire commissie. Zulke vergaderingen vinden in de praktijk achter gesloten deuren plaats. Daar is niet veel te zien: het zijn veredelde procedurevergaderingen. Senatoren kunnen geen wijzigingsvoorstellen doen en dus stellen zij vooral vragen aan de minister. Dat gebeurt schriftelijk. Daarna bekijkt de commissie of het wetsvoorstel naar de plenaire vergadering kan. Daar wordt het vervolgens regelmatig als hamerstuk afgedaan.
De kans dat FvD hier wetten gaat tegenhouden is niet zo groot: het kabinet kan voor steun niet alleen bij FvD te rade gaan, maar ook bij PvdA, GroenLinks of een combinatie met onder andere Henk Otten. Toch zou het flauw zijn te doen alsof FvD hier op voorhand geen invloed heeft: misschien stellen de FvD-Senatoren wel hele slimme vragen waar verder nooit iemand aan had gedacht. Wie weet.
Het probleem is van een andere orde: wat gaan we merken van al die inspanningen? FvD zou het publicitair van debatten moeten hebben en die kun je hier aanvragen, maar dat heeft weinig zin als je de enige bent die wil debatteren. We zien dat deze dinsdag: de PVV had een debat kunnen aanvragen over het door de partij gewraakte wetsartikel, maar dat had weinig zin omdat de wet sowieso al op een meerderheid kon rekenen. De PVV kwam daarom met een verklaring. Senatoren zijn hier maar één dag per week, dus enige efficiëntie is gewenst. Veel debatten aanvragen heeft inhoudelijk én publicitair weinig zin. Spannende debatten zijn dan ook de uitzondering, niet de regel.
Dat geldt dus ook voor de profileringskansen van FvD.
Voor TPO onderzoekt Chris Aalberts dit jaar de ontwikkeling van Forum voor Democratie (FvD). Hij kijkt naar de ontwikkeling van de partijorganisatie, de prestaties van FvD in Amsterdam en de werkzaamheden in de provincie, de Senaat en Brussel.