Minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) houdt ‘de vinger aan de pols’ bij de wet die het boerkaverbod regelt. Ze bekijkt of die wet goed wordt uitgevoerd en zal de Tweede Kamer op de hoogte houden, zei ze donderdag in een debat. De wet verbiedt het dragen van gezichtsbedekkende kleding in onder meer overheidsgebouwen, ziekenhuizen en het openbaar vervoer. Het gaat niet alleen om boerka’s maar ook om bijvoorbeeld integraalhelmen.
Een ruime Kamermeerderheid drong er bij het kabinet op aan meer te doen om de wet te handhaven. Volgens VVD-Kamerlid Dennis Wiersma is de uitvoering ‘belabberd’. Hij eiste met andere fracties een aanscherping. Ollongren bood aan de evaluatie van de wet niet over drie jaar maar al volgend jaar te houden. Maar Wiersma houdt vast aan een motie om de minister nu al te laten ingrijpen. Hij vroeg ook om bijzondere opsporingsambtenaren in te zetten bij de handhaving van de wet. Een voorstel hierover wordt door het kabinet ontraden. Of er voldoende steun voor is vanuit de Kamer moet dinsdag bij de stemming blijken.
Hoewel Ollongren het dus ‘te kort dag’ vindt om te bepalen dat de uitvoering van de wet niet deugt, ging ze wel in op een aantal incidenten. Ze zei onder meer dat een buschauffeur in Limburg die weigerde een boerkadraagster mee te nemen niet door zijn werkgever op de vingers getikt had moeten worden.
De minister onderstreepte wel dat de wet naast dergelijke incidenten ‘ongetwijfeld’ ook positieve effecten heeft. De wet leidt ertoe dat vrouwen afzien van het dragen van gezichtsbedekkende kleding op de plekken waar dat niet meer mag, vermoedt ze. Die positieve effecten zijn volgens haar minder zichtbaar dan de voorvallen die de media haalden.
ANP
