Johan Remkes wacht geen makkelijke klus. Zonder college, zonder gemeentesecretaris en met een moeilijke raad “rust in de tent brengen” is zonder steun van buiten en binnen niet te doen.
Dat Pauline Krikke is opgestapt zonder Raadsdebat over de nieuwjaarsvreugdevuren op het strand is even frustrerend als begrijpelijk. Frustrerend omdat de Haagse bevolking haar visie op het gebeurde verdient. Ondanks de feitelijke constateringen van het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid was er immers een politieke afweging om de vuren op deze manier door te laten gaan: jarenlang gedogen van misstanden, gecombineerd met het maken van een erg ingewikkelde keuze: stel dat de Burgemeester zou ingrijpen: Den Haag zou te klein geweest zijn.
Ik kan me dan ook niet anders voorstellen dat het probleem van Den Haag groter is dan “slechts” een Burgemeester die het gevoel heeft dat ze het vertrouwen mist. Een sleutel is te vinden in het onderzoek dat plaatsvindt naar het functioneren van twee wethouders. Nog los van de vraag waar zij precies van verdacht worden, en of zij schuldig zijn: als wethouder in ruste weet ik dat een vergunning niet gegeven kan worden zonder dat daar ambtenaren bij betrokken zijn. Als er misstanden waren in de sfeer van het verlenen van vergunningen, is er blijkbaar geen cultuur op het stadhuis die zó zelfreinigend is dat dát niet kon gebeuren.
De vorige gemeentesecretaris gooide na anderhalf jaar de handdoek in de ring met de woorden “Ik heb voor mezelf moeten vaststellen dat ik onvoldoende van meerwaarde kan zijn als adviseur voor het bestuur en dat de functie mij minder past dan ik had gehoopt”. Dat is zó cryptisch dat je er weinig anders mee kan dan blijven hangen bij de conclusie dat nóch de Burgemeester, nóch de wethouders, nóch het ambtelijk apparaat zich voldoende aan hem kon binden. Verontrustend.
Woensdag lekte via Omroep West vertrouwelijke gesprekken uit tussen de Commissaris van de Koning Jaap Smit en de fractievoorzitters van de Haagse Raad. Behalve dat Smit hierin aankondigde dat Johan Remkes waarnemend Burgemeester zal worden, deelde hij zijn indruk van de Raad en zijn vergaderingen. In gewone mensentaal: bagger.
Eén van de fractievoorzitters murmelde nog dat de vergadering die Smit bijgewoond had een heel bijzondere was, maar dat laat onverlet dat van alle schuldige partijen er één zijn best doet om buiten schot te blijven terwijl juist van dát orgaan nu verantwoordelijkheid verwacht mag worden: de gemeenteraad.
Dat één van de aanwezigen opnames maakt van het gesprek en die doorspeelt is tekenend voor het zelfreinigend vermogen van de Raad. Een Raad die zichzelf respecteert zou onmiddellijk de schuldige (en zó moeilijk kan het niet zijn om die te vinden) eruit moeten donderen.
Maar er is meer aan de hand. Het onvermogen om een Burgemeester in haar kracht te zetten, het onvermogen om het College te sturen om een hoogste ambtenaar te laten functioneren, het onvermogen om een fatsoenlijk debat te kunnen voeren en het onvermogen van één van de fractieleiders om de meest basale vertrouwensregels in acht te nemen en het onvermogen van de rest om daar naar te handelen, laat zien dat de Haagse gemeenteraad zichzelf gediskwalificeerd heeft.
Een goede externe bestuurder begint zaterdag: Johan Remkes. Een zakencollege, een lange aanloop naar een minder populistische campagne voor de volgende gemeenteraadsverkiezingen, een stevige gemeentesecretaris en betrokkenheid van de Ministeries bij de derde stad van Nederland zijn verder nog maar het begin van wat onze mooie stad een beetje uit de klei kan trekken.