Slecht gedrag van bestuurders aan de top heeft grote gevolgen voor de samenleving als geheel. De bankencrisis die in 2008 leidde tot een economische crisis was een gevolg van het immorele handelen van bankiers. De vraag hoe we mensen met verantwoordelijke functies kunnen aanzetten tot verantwoordelijk gedrag is een kwestie waarover veel filosofen hebben nagedacht. Dit was zeker een zaak die Adriaan Boeyens bezig hield toen hij in 1522 tot paus werd gekozen. Deze Adrianus VI was feitelijk de eerste paus die niet uit Italië kwam. Adriaan kwam uit Utrecht, maar van die stad hadden de meeste Romeinen nog nooit gehoord. Deze paus bracht van over de Alpen ook een nieuwe moraalfilosofie, die was ontstaan in steden aan de IJssel, zoals Deventer, Zwolle en Zutphen. Waar een beweging van ‘moderne devoten’ een leven predikte van studie en delen van rijkdom. Een devote leer die in het Vaticaan leidde tot paniek.
‘Jullie kardinalen treden hier op als koningen. U zou er beter aan doen schatten voor de hemel te verwerven.’ Het was een ware botsing van culturen, toen paus Adrianus VI het Vaticaan betrad. Tot dan toe kwamen pausen uit rijke Italiaanse families. In plaats van zich tegoed te doen aan de pracht en de praal beklaagde de nieuwe paus zich over de moraal van de curie. Zetels voor bisschoppen werden verkocht aan de hoogste bieders, rijken konden met aflaten hun zonden afkopen. In het Vaticaan was het celibaat een dode letter, priesters met kinderen waren eerder regel dan uitzondering. Adrianus volgde paus Leo X op, uit de koopmansfamilie van De’ Medici, die trots met zijn islamitische schandknaap door Rome paradeerde. Diens neef Giulio was zijn beoogde opvolger, maar die werd het niet. Het was ook deze Giulio die door de nieuwe paus Adrianus vermanend werd toegesproken over de ‘schatten voor de hemel’.
De filosofie was in de middeleeuwen een zaak van geleerden die onderling abstracte debatten voerden. Maar mensen hadden meer behoefte aan praktische adviezen over hoe zij een beter leven konden leiden. In Deventer ontstond in de veertiende eeuw een beweging van denkers die voor het eerst in de Lage Landen een eigen filosofie ontwikkelden. Een denken dat begon in Deventer, in het huis van de theoloog Geert Grote, maar al snel uitgroeide tot een landelijk netwerk van gemeenschappen. Van mensen die afstand deden van hun geld en goed en kozen voor een leven van studie en van eenvoud. De boeken van deze ‘moderne devoten’ hadden invloed door heel Europa, zoals De imitatione Christi (of De navolging van Christus) van Thomas van Kempen, dat heel erg lang (na de Bijbel) het meest gelezen boek was in Europa. Een praktische handleiding voor mensen over hoe je als christen een goed leven kunt leiden.
Roelof Huisman, in 1444 geboren in het dorpje Baflo in Groningen, werd als Rudolf Agricola een gevierd humanist in de handelssteden van Italië. Agricola was zijn naam in het Latijn, in deze tijd de taal van geleerden in heel Europa. Terwijl in de Lage Landen een vrome filosofie opkwam van nuchterheid en arbeidzaamheid was in de grote Italiaanse handelssteden een frivole en uitbundige revolutie aan de gang. Een renaissance waarin kunstenaars proberen de cultuur uit de Oudheid te evenaren, of nog liever te overtreffen. Rudolf Agricola voldeed volmaakt aan het ideaalbeeld van de universele mens die zich bezighield met de filosofie, maar ook met poëzie en politiek. Ook was hij bokser. Agricola schreef over retorica en argumentatie en werd in Italië geroemd als een groot spreker. Hij hield indrukwekkende redevoeringen bij politieke en feestelijke gelegenheden, tot hij na een kort ziekbed op 41-jarige leeftijd overleed.
Adrianus VI was geen wereldvreemde monnik. In tegendeel zelfs. Hij was de leermeester van keizer Karel V, die heerste over een reusachtig Duits Rijk, dat eveneens de Nederlanden en Spanje omvatte. De keizer had zoveel vertrouwen in zijn oude leermeester dat hij Adriaan naar het schiereiland stuurde om er opstanden neer te slaan. De keizer zag ook hoe in Rome de De’ Medici de zetel van de paus misbruikten voor hun eigen financieel gewin en hij zorgde ervoor dat Adrianus VI op de pausstoel kwam. De polderpaus was zeker niet doof voor de nieuwe geluiden van de Renaissance. Deze paus was ook opgegroeid met het idee dat de christenen veel konden leren van de klassieke auteurs uit de Oudheid, zoals ook Agricola had laten zien. Deze renaissance ging bij Adriaan echter niet gepaard met veel uiterlijkheid en triomfalisme, maar juist met eenvoud en bescheidenheid, zoals hij als jongen bij de moderne devoten had geleerd.
De positie van paus Franciscus lijkt wel op die van Adrianus VI. Ook de huidige paus spreekt harde woorden over de corruptie in de curie en ook hij probeert de duistere financiën van het Vaticaan te hervormen. Paus Franciscus spreekt bovendien politici aan op hun gedrag, zoals ook Adrianus een leermeester wilde zijn voor keizer Karel. Toch hoop ik niet dat deze Argentijnse paus het lot van zijn Nederlandse voorganger zal volgen, want met Adriaan liep het slecht af. In september 1523, nauwelijks één jaar na zijn aankomst in Rome, kwam paus Adrianus om het leven. Zijn Nederlandse getrouwen in het Vaticaan spraken meteen van vergiftiging. In deel 5 zal blijken hoe Adrianus kort voor zijn dood de hulp inriep van een andere landgenoot, de filosoof Erasmus, die hij nog kende van de tijd dat Adriaan hoogleraar was aan de universiteit in Leuven. De paus vroeg Erasmus ‘zijn pen te oefenen’ voor de hervorming van de kerkleer.
Ronald van Raak schreef eerder over een ketterse filosofie in Stavoren, de strijd voor de academische vrijheid en de onmogelijkheid van redelijke keuzes.