Het gerechtshof heeft de voortzetting van het hoger beroep in het ‘minder Marokkanen’-proces van Geert Wilders uitgesteld tot 9 december. Het hof wil voor de nieuwe zitting worden geïnformeerd over “aanvullende stukken die betrekking kunnen hebben op de vervolgingsbeslissing” van de politicus. Het is nog niet duidelijk hoe de inmiddels al vijf jaar durende zaak daarna verdergaat.
De PVV’er en zijn advocaat hadden woensdag wederom om aanhouding van de zaak gevraagd, omdat er volgens hen steeds meer bewijs is dat toenmalig justitieminister Ivo Opstelten (VVD) zich actief met de vervolging van Wilders heeft bemoeid. Dat mag niet, het Openbaar Ministerie gaat over vervolging en informeert het ministerie daarover.
Het hof heeft het OM nu opgedragen om alle stukken die te maken kunnen hebben met eventuele bemoeienis vanuit het ministerie toe te voegen aan het proces-verbaal. Zo antwoordde de huidige justitieminister Ferd Grapperhaus deze week op Kamervragen dat er op zijn departement nog eens gezocht wordt naar informatie over de rechtszaak “die mogelijk over het hoofd is gezien”. Ook loopt er nog een WOB-procedure van RTL Nieuws over communicatie tussen het departement en het OM. Daar moet de rechtbank in Midden-Nederland nog uitspraak in doen, maar wanneer is niet duidelijk.
Het OM heeft altijd ontkend dat er enige bemoeienis is geweest vanuit het ministerie. “Telkens komt dit terug vanuit de verdediging, ik ben daar inmiddels enigszins boos over”, reageerde de advocaat-generaal. Na afloop van de uitstelbeslissing wilde hij niet reageren.
Op 19 maart 2014 stelde Wilders zijn publiek tijdens een bijeenkomst drie vragen: of ze meer of minder Europese Unie, Partij van de Arbeid en ten slotte Marokkanen wilden. Het publiek scandeerde steeds harder “Minder! Minder!” als antwoord op deze vragen. Hiermee zette de politicus volgens het OM aan tot haat.
De rechtbank heeft Wilders in 2016 veroordeeld, maar geen straf opgelegd. Zowel het OM als Wilders was tegen de uitspraak in beroep gegaan. In hoger beroep is 5000 euro boete tegen hem geëist.
ANP