Het kabinet wil bevestigen noch ontkennen dat een Nederlandse F-16 vier jaar geleden een bom heeft gegooid in Irak waarbij tientallen burgerdoden zijn gevallen. Dat zegt minister Ank Bijleveld van Defensie in reactie op berichtgeving van NRC en NOS. “Ik ga helemaal niet zeggen of het waar of niet waar is”, zei Bijleveld na de ministerraad. De Tweede Kamer wil opheldering over het bombardement. Dat had plaats in de nacht van 3 juni 2015 in Hawija. De aanval was gericht tegen een loods van terreurgroep ISIS.
De minister zegt wel transparanter te willen zijn over het aantal burgerslachtoffers dat bij bombardementen door Nederlandse gevechtsvliegtuigen valt. Maar ze wil eerst kijken of dit geen gevolgen heeft voor de veiligheid van Nederlandse vliegers.
Ook wil ze er eerst over praten met andere landen van de internationale coalitie tegen ISIS. “Het is een precair proces.” Er zijn landen van de internationale coalitie die meer openheid geven over de burgerslachtoffers die ze maken. Bijleveld belooft “serieus” te kijken of Defensie naast “goed nieuws ook slecht nieuws” kan brengen.
Eerder dit jaar was er wel een televisieserie op National Geographic te zien waarin Nederlandse gevechtsvliegers tekst en uitleg gaven over aanvallen op doelen van ISIS in Irak en het oosten van Syrië. De F-16’s vlogen vanaf een basis in de woestijn van Jordanië.
“We kijken op dit moment heel serieus naar de haalbaarheid om transparanter te zijn over onze luchtaanvallen in relatie tot burgerslachtoffers”, zegt Bijleveld. Ze besluit daarover nog voor het eind van het jaar. De Kamer dringt al veel langer aan op meer openheid van Defensie.
Volgens de NOS en NRC gaat het ook mis met de compensatieregeling voor slachtoffers van luchtaanvallen van de coalitie. Dat zou moeizaam verlopen, met veel corruptie. Bijleveld zei dat slachtoffers compensatie moeten krijgen. Ze heeft al eens binnen de coalitie erop gewezen dat verbetering van de regeling mogelijk is.
ANP